Op deze zaterdagmorgen is het bij Hofleverancier Hofstee al behoorlijk druk. Het zijn vooral dames die verlekkerd naar iets nieuws speuren. Ze kunnen hier hun lol op, want de moderne winkel meet driehonderd vierkante meter en biedt zeventig tot tachtig merken, waarvan de helft voor dames. Een derde van het totale oppervlakte is voor kinderen gereserveerd – uw verslaggeefster met twee kleine kinderen heeft nog nooit zo veel kinderschoenen bij elkaar gezien. Van Bardossa tot Bunnies en van Fitz Kitz tot Shoes Me.

Hofleverancier

Trots leidt eigenaar en kleinzoon van de oprichter Jan Peter Hofstee mij rond in ‘de enige familiezaak van Laren’, de winkel die tien jaar geleden onder zijn leiding drie keer zo groot werd. Een foto van zijn opa hangt in de keuken en uiteraard kan ook de titel ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ die Hofstee Schoenen – nu 130 jaar oud – bij het 125-jarig jubileum ontving, niet onbesproken blijven. Het Koninklijk Wapen hangt prominent op de gevel. Het heeft wel wat voeten in aarde, zo’n benoeming. Je vraagt het aan en er gaat rustig negen maanden overheen voordat je het daadwerkelijk mag ontvangen. “Er komt een secretaresse van het provinciebestuur langs en die trekt alles na. Van ons verleden in de oorlog, tot de omstandigheden in de winkel nu,” vertelt Hofstee. Maar het is gelukt. En hij is er trots op.

Net als op het feit dat hij op 2-2-2002 de bruidskindjes bij hét huwelijk opeens op Hofstee-schoenen de kerk in zag komen. Ja, er was in november van het jaar ervoor wel een paar keer iemand langsgekomen die naar lakschoentjes voor een huwelijk had gevraagd. Maar het was niet in Hofstee opgekomen dat het voor het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima zou kunnen zijn. “Mijn vader ging ook weleens met zijn autootje vol schoenen naar Het Paleis, maar dit is toch anders.”

Kracht

Met een grote opslag – eveneens driehonderd vierkante meter – onder de grond, heeft Hofstee een enorm magazijn. “Voorraad is ons probleem, maar ook onze kracht,” laat Hofstee zich daarover ontvallen. Een probleem omdat je altijd gigantische aantallen in huis hebt en kracht omdat je… gigantische aantallen in huis hebt. Omzetsnelheid is voor Hofstee altijd belangrijker geweest dan marge. Dus gaat er nog weleens wat weg in de uitverkoop. En dan vooral in de zomer. “Mijn moeder zei altijd: ‘Denk erom, in Nederland is het drie maanden zomer en negen maanden winter.”

Inkopen doet Hofstee samen met zijn vrouw Helma. “Zij is de zakelijke van de twee, ik hou wel van een praatje.” Van de hotelbeurs in Waalwijk tot Düsseldorf en Milaan. En natuurlijk koopt het echtpaar veel in Nieuwegein. Gelet wordt op de verhouding tussen prijs en kwaliteit en wat past in de winkel? Wat pas bij Laren en wat is in de mode? Waaraan is behoefte? Het resultaat is een breed scala: Van Caprice tot Birkenstock, van Ara tot Sketchers voor dames. En veel sportschoenen en Havaianas, rekken vol. Voor heren zijn er Blackstone’s en Van Bommels, maar ook Clarks en Panama Jacks. En sinds een aantal jaren JP’s Laren, Jan Peters eigen merk. “Het model bestaat, ik pas ‘m aan.” De schoen van 179 Euro is een klassieker die seizoenen lang kan worden doorgevoerd. De materialen en kleuren kiest de eigenaar zelf.

Van Bommel bij Hofstee

Oprechte interesse

Jammer vindt Hofstee de opmars van de sportschoen, zonde van het vak. “Het is voor een schoenenhandel niet prettig, maar het is een belangrijk stuk van de handel. De klant wil het graag.” Als vakman wil hij graag ouderwets te werk gaan: schoenlepel, veters strikken, zooltje erin leggen, pasbankje. Daar zal gelukkig altijd wel een markt voor blijven. Mensen houden van service, aardig personeel. Hofstee: “Daar letten we op, geven ons personeel ook training. Dan zeg ik: ‘Vandaag is het o.i.-dag, dat staat voor oprechte interesse.’” Het werkt. “Er komen klanten voor uit Baarn.”

56 is hij nu. Zijn jongens nemen de zaak niet over. Dat weten ze al. Een webshop was een goed klusje voor ze geweest. Maar ze hebben voor iets anders gekozen. Want, denkt hij, winkels die de juiste combinatie tussen online en fysiek winkelen presenteren, zullen zich ook in de toekomst staande kunnen houden in de snel veranderende markt. Maar vergeet vooral niet dat de aandacht voor de klant centraal moet blijven staan. Toch dacht Hofstee dat hij nu wel ‘een dagje meer op de boot en minder in de winkel’ zou kunnen staan. Maar het is andersom. “Je moet er gewoon bij zijn. Het werkt toch zo. De klant gunt het óns.” 

Jan Peter en Helma Hofstee