De zwakke economie, resulterend in dalende koopkracht en een laag consumentenvertrouwen, leidt tot krimpende bestedingen in de non-food detailhandel. Ook het online kanaal blijft omzet uit de winkelstraat wegtrekken. Toch kunnen non-food retailers door hier op in te spelen van deze omstandigheden profiteren.

De dalende koopkracht van Nederlandse consumenten lijkt te resulteren in een neerwaartse spiraal voor winkeliers. Dit jaar wordt het vierde achtereenvolgende jaar van krimp en ook voor 2013 zijn de vooruitzichten niet goed. ING Economisch Bureau raamt voor 2012 een omzetdaling van -3,2 procent in de non-food detailhandel, gevolgd door een verdere krimp in 2013 van -2 procent.

Online groei
Het succes van internet staat in schril contrast tot de daling in de totale non-food detailhandel. Probleem is dat lang niet alle winkeliers van de groeiende omzet via internet profiteren. Door de concurrentie van grote online spelers die de lat steeds hoger leggen, nemen de kansen voor kleinere partijen af.

Inspelen op ‘nieuwe realiteit’
Ondanks de moeilijke omstandigheden zijn er volgens ING wel degelijk kansen voor winkeliers. Bedrijven die hun verdienmodel afstemmen op de ‘nieuwe realiteit’ kunnen onafhankelijk van het kanaal, online of offline, succesvol zijn. Het gaat daarbij om het maken van een heldere en consistente keuze van de doelgroep en de afstemming hierop van product (assortiment), prijs, personeel en locatie. Ook sturen op cijfers, samenwerking in de keten en excellente logistiek blijven uitermate belangrijke succesfactoren voor retailers. Verder dient het verdienmodel realistisch afgestemd te worden op een lager omzetniveau en een lagere bruto marge.

Variatie in winkellandschap
Het grootste deel van de omzet wordt nog steeds in de winkelstraat behaald. Daarom is het belangrijk dat lokale en regionale overheden, brancheorganisaties, vastgoedbeheerders en winkeliers beter gaan samenwerken bij de ontwikkeling van winkelgebieden.

Dirk Mulder, sectorspecialist Handel: “Door niet langer meer van hetzelfde te ontwikkelen, maar te variëren in functie en typen winkels ontstaat een winkellandschap dat beter kan voorzien in de verschillende behoeften van consumenten. De dynamiek in de detailhandel met jaarlijks vele starters kan op deze wijze ook beter benut worden.” Winkelgebieden kunnen daarop inspelen door zich te focussen op beleving, fun en social shopping, terwijl andere locaties zich juist beter kunnen richten op functionele (gemaks)consumenten.