TOP

Vijf vragen aan Gino Thuij, managing consultant bij GfK*

Marktonderzoeksbureau GfK doet via GfK Consumer Jury (een consumentenpanel van 12.500 personen) onderzoek naar de schoenenmarkt. Schoenvisie sprak met Gino Thuij, managing consultant bij GfK, over de ontwikkelingen in de Nederlandse schoenenmarkt.

– Binnen de Nederlandse schoenenmarkt is sinds juni 2011 een forse daling  (-2.4 %) zichtbaar. Wat is de oorzaak daarvan?
 “We zien dat met name de laatste jaren de daling vooral wordt veroorzaakt door een daling in het aantal kopers. Steeds minder mensen kopen schoenen. Door een dalend consumentenvertrouwen en de economische crisis, blijken steeds meer mensen te besluiten dat ze nog wel een jaartje verder kunnen met hun huidige schoenen. Het laatste jaar zien we een trend van een stijgend aantal kopers, die minder besteden, waardoor er nog steeds geen stijging optreedt.”

– De sterke online groei binnen de schoenenbranche blijft doorgaan. De offline markt is met ruim 10 procent gedaald ten opzichte van 2008. Verwachten jullie een verdere daling van  de offline markt?
Onze verwachting is dat het online aandeel verder zal gaan stijgen. Op dit moment ligt het aandeel online bestedingen aan schoenen rond de 16 procent. Experts binnen de markt verwachten dat dit aandeel de komende jaren nog verder gaat toenemen, tot 27 procent in 2020. Overigens zullen in de toekomst online en offline steeds meer met elkaar gaan versmelten, vanwege het feit dat ook in de winkels steeds meer online kan worden gekocht.“

– Sinds juni 2011 zijn de kinderschoenen het sterkst gedaald. Hebben jullie een verklaring daarvoor?
De verklaring is vooral te vinden in een daling van de gemiddelde prijs. Er is binnen het kinderschoenensegment een verschuiving te zien van het zelfstandigenkanaal naar het filiaalbedrijf. Ook zien we de opkomst van kledingretailers, als Primark en H&M binnen schoenen, die er eveneens voor zorgen dat de gemiddelde prijs onder druk komt te staan.”

– Puur offline consumenten zijn een stuk loyaler dan cross channel consumenten. En de bijna driekwart van de bestedingen zijn nog steeds afkomstig van offline consumenten. Hoe kunnen schoenenretailers daar op inspelen?
“De mensen die enkel in fysieke winkels schoenen kopen zijn inderdaad een stuk loyaler aan hun winkels dan de mensen die zowel online als in de fysieke winkel koopt. Het is wel zo dat deze groep ongeveer 45 procent minder uitgeeft aan schoenen. Het is voor de fysieke winkelier dus zaak om ook de cross channel-koper aan zich te binden. Dit kan door in de verschillende kanalen steeds relevant te zijn voor je consument, maar ook door een meer persoonlijke benadering. De grootste groeiers zijn op dit moment de formules die online en offline optimaal met elkaar combineren, en die weten wat er speelt onder hun klanten en hier perfect op in kunnen spelen.”

– De trouw aan de puur online retailer Zalando is de afgelopen drie jaar wel stabiel gebleven. Hoe verklaren jullie het succes en zal de populariteit van Zalando nog verder groeien?
“De afgelopen jaren heeft Zalando haar aantal kopers steeds met 30 procent zien stijgen en zonder dat de trouw eronder heeft te lijden. Dit is op zich een heel knappe prestatie. Klaarblijkelijk bieden ze de nieuwe klanten een ervaring, die voor herhaling vatbaar is. Veel nieuw online consumenten moeten nog wennen aan het online kopen van schoenen en zijn daar in beginsel best onzeker over. Wanneer die onzekerheid wordt weggenomen door een goede eerste of tweede ervaring, dan is de kans groot op een herhalingsaankoop. Of de populariteit van Zalando nog verder zal groeien vind ik lastig te beantwoorden. Veel zal afhangen van hoe het bedrijf zich verder gaat ontwikkelen en of ze de marketing inspanningen die ze in het verleden deden, nog steeds kunnen blijven volhouden. De toekomst zal het leren…”

In de eerstvolgende printeditie van Schoenvisie leest u in de rubriek Markt in Cijfers de onderzoeksresultaten van GfK Consumer Jury in de maand september en het derde kwartaal van 2014 voor de Nederlandse schoenenmarkt. Schoenvisie#9 2014 verschijnt op 21 november 2014.