Volgens de Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Textiel (VGT) moet maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) nadrukkelijk niet aan bedrijven worden opgedrongen worden. De vicevoorzitter van VGT wil dan ook dat het kabinet haar steun voor het voorstel van de Europese Commissie om bedrijven te verplichten te rapporteren over de uitvoering van hun MVO-beleid intrekt. Wettelijke verplichtingen zouden immers niet leiden tot duurzame verbeteringen. Toch houdt de textielsector MVO – juist – hoog in het vaandel. Textilia sprak hierover met Jeroen van Dijken, secretaris bij VGT.

Heeft MVO een hoge prioriteit bij winkeliers?

Jeroen van Dijken: “In de afgelopen decennia is maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) één van dé speerpunten geworden voor de Nederlandse textiel- en kledingsector en zijn er diverse successen geboekt. MVO staat al jaren hoog op de agenda van winkeliers, zeker in de textiel- en kledingsector. Het wegen van de maatschappelijke gevolgen van het eigen handelen is inherent onderdeel geworden van de bedrijfsvoering van veel retailondernemingen.”

Hoe weet je dit?

 “Niet alleen VGT-leden zijn actief op het gebied van MVO. Sinds 2010 werkt de VGT nauw samen met brancheorganisaties MODINT en Inretail. Gezamenlijk met de Nederlandse overheid, vakbonden en non-gouvernementele organisaties presenteerden we vorig jaar het plan van aanpak ‘Verduurzaming Nederlandse textiel- en kledingsector 1.0’. Met dit plan bundelden wij onze krachten, maar begonnen we zeker niet vanaf ‘nul’. Veel bedrijven hebben zich aangesloten bij dit plan en elke week sluiten zich nieuwe winkeliers aan. Verder neemt de aandacht van buiten de textiel- en kledingsector steeds verder toe.”

Leiden wettelijke verplichtingen tot MVO niet juist tot duurzame verbeteringen?

“Wettelijke verplichtingen leiden louter tot het afvinken van lijstjes en het voldoen aan minimale voorwaarden. Het leidt niet tot het integreren van MVO in de bedrijfsvoering van ondernemingen en dat is nu juist wat wij wel beogen met het bovengenoemde plan. Een voorbeeld van een wettelijke verplichting die de VGT niet steunt, is de verplichting vanuit de Europese Unie om te rapporteren over niet-financiële informatie. Dit legt namelijk een plicht op aan bedrijven om transparant te zijn over MVO-zaken. Transparantie wordt daarmee volledig teruggebracht tot doel, tot rapporteren om het rapporteren. Dit legt een administratieve druk op bedrijven, zonder dat er baat uit te halen is. De kosten wegen dan niet op tegen de voordelen, terwijl dit nu juist wel het doel van een MVO-beleid is.”

Hoe willen jullie dan wel een duurzame(re) sector bereiken?

“De VGT is ervan overtuigd dat MVO een business case is. Bedrijven moeten zelf een vertaalslag maken om MVO in hun bedrijfsmodellen op te nemen. Het moet nadrukkelijk niet opgedrongen worden aan bedrijven, maar zij moeten nu juist doordrongen worden van het belang van MVO.”

Hoe gaan retailers het belang van MVO (nog meer) inzien?

“MVO loont en MVO is een business case. In een veranderde markt die onder druk staat, is het van belang de verhouding tussen sociale, ecologische én economische vooruitgang te behouden. Bedrijven die dit niet doen en MVO geen onderdeel maken van hun bedrijfsvoering zullen op termijn verliezen van de concurrentie. Gelukkig zien veel winkeliers het belang in. Bijna de helft van het bedrijfsleven verwacht bovendien dat MVO het komende jaar nog belangrijker zal worden in de business.

Kortom: ‘be the change you want to see in the world.’ Oftewel, wees koploper en voorbeeld. Dat zijn wij als VGT en dat is de Nederlandse textiel- en kledingsector.”

Lees ook: Koning Willem-Alexander geeft startsein voor duurzaamheid op nieuwjaarsevent MVO Nederland.