TOP

Verduurzaming retailvastgoed blijft achter: ‘Winkels hebben net als kantoren wetgeving nodig’

De verduurzaming van het Nederlandse retailvastgoed komt nauwelijks van de grond. Het energieverbruik van winkels moet voor 2050 meer dan halveren om de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs te halen, maar vooralsnog stellen pandeigenaren zich afwachtend op. Vastgoedadviseur Colliers pleit voor wettelijke kaders. “Uitstel is geen optie meer.”

De verduurzaming van het winkelvastgoed in Nederland komt nauwelijks van de grond. Dat concludeert vastgoedadviseur Colliers in een nieuw duurzaamheidsrapport, op basis van gesprekken met vastgoedinvesteerders die 15 procent van het totale winkeloppervlak in Nederland vertegenwoordigen. Het begint er al mee dat het energieverbruik slecht in kaart is gebracht. Bijna 70 procent van de winkelruimte heeft geen energielabel. “Terwijl de eigenaar zijn winkel niet zonder dit certificaat mag verhuren of verkopen,” zegt duurzaamheidsexpert Jeroen Bloemers van Colliers. “Het gaat om meer dan 27 miljoen vierkante meter aan ongelabelde ruimte verspreid over het land, ongeveer 4.000 voetbalvelden.”

Utrecht en Zaanstad koplopers

Utrecht en Zaanstad doen het van de 25 grootste winkelsteden het best; daar heeft een derde van het winkeloppervlak een A-label. Utrecht profiteert van de herontwikkeling van Hoog Catharijne en het recent opgeleverde Leidsche Rijn Centrum; Zaanstad heeft het stadshart de afgelopen twintig jaar vernieuwd en daarbij een grote vergroeningsslag geslagen. Haarlem en Maastricht bungelen onderaan de lijst met een score van 15 procent. Bloemers: “Deze steden hebben veel monumentale panden, waar geen labelverplichting geldt. En omdat eigenaren vaak weinig aan de buitenkant mogen veranderen, is verduurzamen een grote uitdaging.”

Stagnatie bij private equity en particulieren

Energielabels vertellen volgens Colliers slechts een deel van het verhaal; een tweede punt is het verminderen van het energieverbruik. Voor 2050 moet de totale energieconsumptie met de helft omlaag – dus ook die van winkels. Ruim een derde van de vastgoedeigenaren is inmiddels het gesprek aangegaan met de huurders, om tot een gezamenlijke aanpak te komen om dit doel te bereiken. Twee derde heeft echter nog geen concrete ambities gevormd. Dat zijn volgens het rapport met name private equity-partijen, die de oren laten hangen naar de eisen van potentiële kopers, en particuliere pandeigenaren. Bij de laatste groep beperken de investeringen zich vaak tot ingrepen met een korte terugverdientijd, zoals ledverlichting. De kleinere winkelier is op dit moment vooral gefocust op het draaiende houden van het bedrijf, ziet Bloemers.

Weinig druk

Op de achtergrond speelt mee dat vastgoedeigenaren en winkeliers zowel vanuit de overheid als de consument weinig druk voelen om hun panden te verduurzamen. Voor kantoren is het met ingang van 2023 verplicht om minimaal energielabel C te hebben; voor winkels ontbreekt zo’n maatregel. Het is essentieel dat de overheid snel richtlijnen voor de sector opstelt, bepleit Bloemers. Een tweede factor is dat klanten vooral oog hebben voor duurzaamheid van de collecties, niet van de winkels zelf. “Maar uitstel is geen optie meer. Het klimaatrapport van de Verenigde Naties laat zien dat er snel dwingende maatregelen nodig zijn.”

Foto: Jorge Franganillo/CC-BY-2.0 via Flickr