Het verhaal van familiebedrijf Jitmar leest als een spannend jongensboek. In de jaren ’70 begon Jitmar als een klompenmakerij in het Friese Doezum om na jaren van grote successen uiteindelijk jammerlijk te eindigen in China.

In 1975 starten Gerbrand Wiersema en zijn vrouw Jitske Wiersema-Bakker een klompenmakerij in Doezum. De klompen werden kleurig beschilderd door Jitske. De succesvolle klompenmakerij werd spoedig uitgebreid met een groothandel in allerhande schoeisel. Dit resulteerde uiteindelijk in de aankoop van een eigen schoenfabriek.

Jeemienee en Gossiemijne
Tot halverwege de jaren ’80 was er niet veel variatie in kinderschoenen. Fabrikanten gingen er vanuit dat vooral donkere, gemakkelijk te combineren kleuren het meest bij moeders in de smaak zouden vallen. Gerbrand en Jitske, ondertussen trotse ouders van twee dochters en een zoon, waren er van overtuigd dat kinderen juist graag gekleurde schoenen zouden willen dragen en dat daar dus een gat in de markt lag. Ze besloten voor zichzelf te beginnen. Jitske volgde een opleiding modellering en design en sloeg aan het ontwerpen. Gerbrand ontfermde zich over het commerciële deel van het bedrijf, dat Jitmar gedoopt werd. Het eerste merk was Jeemienee, kleurrijke meisjesschoenen met grappige motieven. Later kwamen daar o.a. nog Hupsakee (voor kleuters), Gossiemijne (jongensschoenen) en Boycot.it bij.

China
Na bijna twintig jaar toonaangevend te zijn geweest op het gebied van kinderschoenen, besloot Jitmar de productie in 2005 van Portugal en India naar China te verplaatsen. Evenals in Portugal werd er een bedrijf voor controle en ontwikkeling opgezet en bovendien opende Gerbrand een showroom in China om op termijn ook de locale Chinese markt te kunnen bedienen.
De beslissing om in Nederland naast de detailhandel, ook aan een grote schoenenketen te gaan leveren, leidde in 2007 de ondergang van het bedrijf in. De detailhandel weigerde nog langer de Jitmar-collecties in te kopen, waardoor het bedrijf zich in 2009 genoodzaakt zag de deuren definitief te sluiten. Wat rest is een prachtige collectie kinderschoenen, ontwerptekeningen, zelfgemaakt briefpapier, correspondentie met enthousiaste, jeugdige klanten en talloze merchandise artikelen zoals t-shirts, tassen en speeltjes. Een groot deel hiervan is van 6 februari tot enmet 30 mei 2010 terug te zien in de expositie ‘Van Doezum tot China’ in het Nederlands Leder en Schoenen Museum in Waalwijk.