Vijf jaar geleden was Maison Shoeshibar voor vier seizoenen op de Nederlandse markt te vinden, maar het verdween al snel uit de winkels. De ondergetatoeëerde oprichter en ontwerper Samir Souid zit vol passie en brengt het merk weer terug in Nederland: “Ik startte het merk toen ik 21 was. Ik wilde vooral schoenen ontwerpen. Beurzen boeien me niet zo, ook al weet ik dat het nodig is dus ik ga er wel naartoe, ook om mijn team te steunen. Maar het liefst maak ik de hele dag schoenen.” Deze zomer viert het merk het 15-jarig bestaan.

Waarom is Maison Shoeshibar verdwenen uit Nederland?

“Vorige keer hadden we een agent waarbij het heel goed ging, we lagen in de Bijenkorf en andere grote winkels. Maar het agentuur werkte ook met Cheap Monday en dat werd heel groot en zij gingen zich vooral daarop richten. We hadden ook niet genoeg mankracht om ons op Nederland te focussen omdat het merk ineens heel erg groeide in Scandinavië. Je moet je tijd steken in plekken waar het heel erg goed gaat.”

Waarom ben je nu weer terug?

“Voor ons is het belangrijk om nieuwe markten uit te proberen. We kunnen niet in Kopenhagen blijven hangen, dan verleg je je grenzen niet. Ik denk ook dat de Benelux heel erg lijkt op Scandinavië. Er zijn wat veranderingen geweest in de laatste vijf jaar en misschien heeft dat wel te maken met de financiële crisis. Mensen zijn nu erg gefocust op het kopen van items die individualiteit creëren en ik denk dat Shoeshibar daar goed in valt.”

“Ik had alleen wel verwacht dat het makkelijker zou zijn om een nieuwe agent te vinden. Er waren veel interessante gegadigden, maar geen een paste echt goed bij Maison Shoeshibar. Daarom staan we komende keer ook niet meer op de Modefabriek. Ik vind dat als je op een beurs staat, dat je dan ook een goede agent moet hebben.”

Vanaf wanneer ligt het merk weer in de winkels?

“We zijn al mensen in Nederland aan het contacten en hopelijk vinden we dit of volgend seizoen een goede agent en zijn we weer volledig terug. Maar we liggen momenteel al wel in een aantal winkels in de Benelux.”

“Ik heb wel het gevoel dat we vorige keer geld hebben weggegooid, maar we hebben wel veel mensen ontmoet en we hebben ook gemerkt dat er veel interesse is vanuit high end winkels. Maar dan moet je ook wel een goede agent hebben. Retailers willen in een showroom shoppen.”

Wat maakt Maison Shoeshibar anders dan andere merken?

“Ik wil niet opscheppen, maar ik denk dat het heel erg helpt dat het een familiebedrijf is waarin mijn vader ook werkt. Het is meer dan alleen aantallen en geld. We hebben de kennis van over de hele wereld: het is Scandinavisch clean, maar we gaan ook een stapje verder wanneer het draait om materialen, zolen en technieken. Daarnaast maken we van iedere schoen ook maar maximaal 500 paar (naast drie standaard modellen), dus je zult de schoenen niet overal tegenkomen.”

Wat voor vrouw draagt Shoeshibar?

“Toen ik het merk oprichtte had ik één vrouw in gedachten: avant garde, sterk en zelfverzekerd. Je kan een lelijke outfit aanhebben, maar de schoenen zullen het altijd goed maken. Maar in vijftien jaar is er veel veranderd. Ik heb niet meer zo een bepaald type in mijn hoofd. Het is meer een vrouw die houdt van schoenen en design, van jong tot oud, van hipster tot klassiek. De collectie is dan ook veel breder geworden. Het is de vrouw met een twinkeling in haar ogen.”

Is er dan veel veranderd in de loop van de jaren?

“Zeker, ik denk dat we de crisis goed voelden. Terug in die tijd hadden we een groot bedrijf met veel hoge piefen – en ik als designer – die allemaal een andere kant op wilden. Zij wilden naar beneden, ik wilde naar boven. Ik ben uiteindelijk bij Shoeshibar weggegaan omdat ik niet mijn naam kon zetten onder iets waar ik niet in geloofde. In die tijd ging het merk dezelfde richting op als alle andere merken: zwarte basic items. Als je die weg inslaat, moet je een grote portemonnee hebben, want je concurrenten hebben dat ook.”

“Het was voor mij heel sneu om dat te zien. Mijn vader werkte nog bij het bedrijf en vroeg na drie jaar of ik weer terug wilde komen. In mijn ogen kan je nooit concurreren met geld, maar waar je wel mee kan concurreren is individualiteit. We moesten terug naar de basis en binnen vier seizoenen waren we weer de oude met veel goede verkooppunten. We hebben er hard aan gewerkt en we zijn erg volwassen geworden. We werken nu allemaal naar hetzelfde doel.”

Hoe zie je de toekomst?

“Ik zie dat heel rooskleurig in. We hebben net een nieuwe sales director in Duitsland en we zijn druk bezig met de nieuwe collecties. Ik denk dat we erg gaan groeien, ik voel dat dit het moment daarvoor is. Ik heb ook een mooie middenweg kunnen vinden tussen bijna uit de hand gelopen designs en iets dat ook draagbaar is. Zolang je hard werkt, outside the box denkt en niet bang bent om te falen – soms moet je ook neer gaan om er weer bovenop te komen – zal het wel goed komen.”