De collecties van haar tassenmerk 10Tien worden inmiddels geproduceerd in Ethiopië, maar zelf maakt oprichter en eigenaar Martina Braas onder de naam Atelier 10 ook nog steeds tassen. “Eigenlijk heb ik twee lijnen”, zegt ze. “10Tien is mijn meer commerciële collectie, bedoeld voor een brede doelgroep. Atelier 10 is meer uitgesproken en excentriek, in deze lijn kan ik mijn creativiteit volledig vrij laten. Laatst heb ik bijvoorbeeld een handtas gemaakt waar keverschildjes in waren verwerkt, en een exemplaar van pythonleer.”

Winkel en werkplaats ineen

Haar merk 10Tien wordt inmiddels verkocht in meerdere Europese winkels, maar Braas merkte dat het lastiger was om een markt te vinden voor haar limited editions. “Dat is de voornaamste reden dat ik een eigen winkel begonnen ben, zodat mijn werk op een fysieke locatie te zien zou zijn.” Bij Atelier 10 kun je terecht voor haar twee lijnen en voor tassen op maat – klanten kunnen samen met de ontwerpster een eigen model samenstellen. De locatie is winkel en werkplaats ineen. “Vroeger had ik een ruimte bij het kantoor van mijn vader, nu maak ik mijn tassen hier. Ik wil mensen het ambacht laten zien.”

Niets te verliezen

Braas richtte haar tassenmerk 10Tien in 2015 op. Daarvoor maakte ze met haar label Pigskin leren tassen op bestelling. De liefde voor ontwerpen heeft er altijd al ingezeten; toen ze jonger was ontwierp en naaide ze haar eigen kleding. De ondernemer maakte de overstap naar tassen omdat ze in het bestaande aanbod geen model kon vinden dat ze mooi vond. “Het is allemaal vrij basic, zonder poespas.” Na anderhalf jaar werd het tijd om te kiezen: óf Pigskin zou een hobby blijven, óf ze zou er volledig voor gaan. “Voor een betere concurrentiepositie moest ik mijn productie verhogen. Zodoende ben ik op zoek gegaan naar een buitenlandse fabrikant. Mocht het niet lukken, dan kon ik altijd nog een vaste baan zoeken, dacht ik. Mijn vader zei, terecht: je bent nog zo jong, je hebt geen vaste lasten – wat heb je te verliezen?”

Grote veestapel

Zodoende vertrok Braas naar Ethiopië. “Dat land heeft een van ’s werelds grootste veestapels, er is materiaal in overvloed. De overheid wil de leersector, en dan met name de export van leder en lederen producten, een boost geven. Daar heb ik profijt van, onder meer omdat ik geen invoerrechten hoef te betalen.” Braas werkt met een lederwarenproducent in hoofdstad Addis Abeba. “Ik had er direct een goed gevoel bij. Ethiopiërs zijn prettige mensen om mee samen te werken. Net als Nederlanders zijn ze vrij direct. Daarbij willen ze graag, ze zijn erg leergierig.”

Ambacht behouden

In haar atelier wil ze ook andere ontwerpers een podium geven. Zo kun je er terecht voor de schoenen van Anna van Mills, een ontwerper bij wie klanten hun schoenen zelf kunnen samenstellen. “Een verrijking voor mijn winkel”, zegt Braas. “Daarnaast vind ik het belangrijk om ook andere ambachtelijke ontwerpers een platform te geven. Ik heb het gevoel dat het ambacht aan het verdwijnen is, en dat is zonde.”

Foto’s header + winkelopening: Manon Klaver, productfoto’s: Atelier 10