TOP

Schoenenfabriek Dukskoen sluit

Martijn Duk zet een punt achter Dukskoen, zijn schoenenfabriek waar mensen werken die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. “Ik kon niet meer realiseren wat ik had beloofd dus heb ik met veel moeite besloten om ermee te stoppen.”

Zestien maanden geleden startte Martijn Duk zijn eigen schoenenfabriek Dukskoen met een groep van tien mensen. Iedereen zat in de bijstand en kreeg van Duk de kans om een nieuw vak te leren met uitzicht op een baan. Want zodra de fabriek goed zou draaien, zouden de schoenen worden verkocht en de werknemers betaald krijgen. “We hebben in de afgelopen vijftien maanden belangrijke dingen gedaan”, vertelt Duk met een gebroken stem aan Schoenvisie. “We hebben van een aantal onbekwame mensen goede schoenmakers gemaakt. Maar er zijn de laatste tijd veel verschuivingen geweest in de groep.”

Vertrek werknemers

Bij de tien mensen waar Duk het project mee startte, kwamen er later nog drie bij, maar tot aan vorige week waren er nog maar vier over. “Van een aantal mensen werd afscheid genomen en enkelen stopten er uit eigen beweging mee. Om een schoenenfabriek te runnen heb je een minimaal aantal mensen nodig en dat had ik niet.” Duk vroeg daarom medio 2017 aan zijn investeerders nogmaals te investeren in het bedrijf. Dat deden ze, maar wel werd er verwacht dat de groep zou uitbreiden en dat de fabriek vanaf begin 2018 omzet zou maken. “Het is mij niet gelukt om de vier mensen die over bleven onvoorwaardelijk aan bord te houden. Ook heeft de gemeente volgens Duk geen nieuwe kandidaten meer aangeleverd.

Stoppen

“Ik kon niet meer realiseren wat ik had beloofd dus heb ik met veel moeite besloten om ermee te stoppen. Als je geen nieuwe mensen krijgt en niet iedereen in het team er onvoorwaardelijk voor wil gaan, dan houdt het op. Ik ga dit hoofdstuk nu netjes afsluiten, dat is mijn eerste prioriteit. Als ik ook op dit laatste stuk tevreden kan terugkijken, dan ga ik nadenken over mijn eigen toekomst. Om vanuit het niets iets op te bouwen, vind ik leuk en dat wil ik blijven doen.”