Volgens Steven Brakman, hoogleraar internationale handel aan de Rijksuniversiteit Groningen, is zo’n verdrag voor de Verenigde Staten en Europa alleen maar gunstig en profiteert iedereen ervan.

Goedkoper
Het is nog niet bekend hoe het verdrag er precies uit gaat zien, maar zeker is dat de consument er zijn voordeel mee doet. Brakman denkt dat het invoertarief wordt verlaagd en de regelgeving wordt aangepast. Zo gaat de belasting op geïmporteerde schoenen bijvoorbeeld omlaag en zullen schoenen uit de Verenigde Staten goedkoper worden.

Wie zelf schoenen uit de Verenigde Staten invoert, hoeft waarschijnlijk een lager tarief aan de douane te betalen. Ook zullen de regels voor het importeren van goederen eenvoudiger worden.

Goed voor de economie
De handelsstroom tussen de Verenigde Staten en Europa zal toenemen en dat is goed voor de economie. Volgens Brakman werkt het voordeel werkt twee kanten op. Als er meer schoenen worden geëxporteerd, schept dat banen in de Amerikaanse schoenenfabrieken. In Europa worden er meer schoenen verkocht, waardoor er door de schoendetailhandel meer wordt verdiend.

Nadeel
Dat lijkt een win-winsituatie, maar de overeenkomst heeft ook een nadeel. Brakman zegt dat het verdrag een gevolg is van een falende Wereldhandelsorganisatie. Die moet vrije handel in de hele wereld mogelijk te maken, maar door deze overeenkomst worden andere landen buitengesloten. Je kunt het daardoor zien als een verkapte vorm van protectionisme. Brakman meent dat de Wereldhandelsorganisatie zelf de overeenkomst moeten sluiten. Maar ze zijn nu al twaalf jaar aan het onderhandelen. “Het lijkt alsof een vrije handel een stapje dichterbij is, maar is dat wel zo?”, vraagt de hoogleraar internationale handel zich af.