Toen Torfs in 2012 van start ging met een webshop had de keten 65 fysieke winkels. De webwinkel was dat eerste jaar goed voor een ruim 16.000 paar verkochte schoenen. Intussen telt de retailer tachtig fysieke verkooppunten en werden in 2021 net geen 700.000 paren via de webshop verkocht. In coronajaar 2020 was dat zelfs meer dan 860.000 paar en kon de webshop het verlies door de gesloten winkels mee helpen beperken, meldt de retailer in een persbericht.

20 procent online omzet

In 2021 behaalde Torfs een omzet van 176 miljoen euro, waarvan meer dan 34 miljoen, ofwel 20 procent, werd gerealiseerd via digitale kanalen. Die digitale omzet is voor zeventig procent afkomstig van de webshop. De andere dertig procent is omzet die wordt gemaakt via de webschermen die Torfs in zijn winkelpunten heeft hangen. Verkoopmedewerkers worden opgeleid om klanten die hun maat of smaak niet vinden in de winkel te helpen via de schermen de volledige collectie te doorzoeken en de schoenen van hun voorkeur online aan te kopen.

Volwaardige omnichannel organisatie

“We zijn in tien jaar tijd uitgegroeid tot een volwaardige omnichannel-organisatie,” vertelt Karl Bosmans, e-commercemanager bij Torfs. “Vandaag is het zo dat je op de webshop ook schoenen kan bestellen die enkel in bepaalde winkels op voorraad zijn, dat je kan kiezen om je online bestelde schoenen thuis of in de winkel te laten leveren en dat je als klant in onze winkel via schermen ook in onze webshop kan winkelen. Op die manier proberen we ons online kanaal en onze offline winkels met elkaar te vervlechten. Dat laat ons toe klanten te bedienen waar en hoe zij dat verkiezen.”

‘We zijn in tien jaar tijd uitgegroeid tot een volwaardige omnichannel-organisatie’

Concurrentie

Dat er een webshop moest komen was voor Torfs al redelijk vroeg duidelijk. Toch is het als lokale Belgische speler niet altijd eenvoudig om op te boksen tegen de grote internationale spelers. Belgische arbeid is duur en bovendien start nachtwerk in België al om 20.00 uur en niet om middernacht zoals in de buurlanden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat veel spelers hun distributiecentrum in Nederland, Duitsland of Frankrijk plaatsen en België links laten liggen. Torfs heeft dat anders gedaan. “Als Belgisch familiebedrijf kiezen wij heel erg bewust voor een lokale verankering en het creëren van lokale tewerkstelling. Om die reden beslisten we in 2008 om ons distributiecentrum in Temse te houden. Dankzij een constructieve dialoog met de vakbonden slaagden we er in 2017 vervolgens als eerste in België in een haalbare CAO rond nachtwerk af te sluiten met onze medewerkers. Die laat ons toe concurrentieel te zijn met de grotere spelers en toch ook onze maatschappelijke rol te vervullen,” vertelt ceo Wouter Torfs. 

Verdere groei

Het digitale landschap verandert snel en Torfs houdt de vinger aan de pols om te garanderen dat zijn omnichannel model verder wordt geïntegreerd. Ook voor 2022 rekent de retailer op een groei van de online omzet. “Er zijn heel wat plannen om onze webshop verder te doen groeien”, vertelt Bosmans. “Zo zullen we bijvoorbeeld ons kledingaanbod zowel offline als online verder uitbouwen. Ook zullen de service en klantvriendelijkheid, waarvoor we zo bekend zijn in onze winkels, verder naar de webshop worden vertaald via toepassingen die inzetten op personalisatie en advies op maat. En natuurlijk houden we onze ogen open voor nieuwe businessmodellen en innovatieve technologieën die ons kunnen helpen bij onze missie om onze klanten sterk in hun schoenen te zetten.”