TOP

Publicaties ING Economisch Bureau: de belangrijkste feiten van de afgelopen maand

Ook al gaat het met de Nederlandse economie beter, toch is het nog niet terug te zien in de modebranche. Zo blijkt uit de laatste publicaties van het ING Economisch Bureau. Schoenvisie zet de belangrijkste feiten op een rij.

Na acht jaar van krimp, is de omzet van de modebranche in 2015 16 procent lager dan in 2007. Dat blijkt uit publicaties van het ING Economisch Bureau. Ondanks dat de Nederlandse economie er momenteel beter voor staat, is in de kleding en schoenen toch en omzetdaling van 2 procent te zien in het eerste kwartaal van 2016. Het ontbreekt in de mode – volgens de ING – aan de juiste manier van profiteren van de economische groei.

Fysieke winkels

Tussen 2011 en 2015 zijn er 10 procent minder stenen shops te vinden in Nederland. Het aantal fysieke winkels daalt nog steeds. Er is echter wel hoop dat de uitschakeling van zwakke delen van de branche in combinatie met de versterking van kansrijke winkelgebieden de sector kan helpen om er na 2016 beter uit te komen. Ook online ziet kansen voor de retailer. De omzet van webshops boekte in het eerste kwartaal van 2016 dan ook een groei van 19,4 procent.

Lege winkelstraten

Door de vele faillissementen van afgelopen jaar zijn ook de winkelstraten een stuk leger geworden. Het onderscheid tussen sterke en zwakke gebieden wordt daarmee duidelijker zichtbaar. De sterkere gebieden trekken andere retailers aan om opengevallen plekken op te vullen terwijl zwakke gebieden veel last hebben van leegstand. De modewinkels trekken hierdoor meer naar grote winkelgebieden in steden met meer dan 100.000 inwoners. Naast het potentieel grotere marktvolume is ook de combinatie van entertainment, food en cultuur in deze steden aantrekkelijk. Dit betekent echter wel dat er meer concurrentie komt in deze regio’s.

In minder dichtbevolkte gebieden is het moeilijk voor winkeliers om te overleven. Deze regio’s lijken zich echter wel steeds meer te focussen op het aantrekken van klanten van buiten de stad. Ook de bouw van grote winkelcentra en outletcentrums geeft aan dat er nog veel ambitie is. Dit brengt echter wel dat er gevaar is voor overcapaciteit.

Oprichting en opheffing

Na een piek in 2012 is het aantal bedrijfsoprichtingen en –opheffingen gedaald. In 2012 was het aantal opheffingen in de detailhandel non-food meer dan 5.000 en de oprichtingen rond de 4.500. in 2015 zijn beide cijfers gedaald naar ongeveer 3.500.

Vergrijzing

Een van de grootste uitdagingen van nu is de vergrijzing. De 65-plusser geeft minder uit aan kleding en schoenen. In 2000 waren 13,6 procent van de Nederlanders boven de 65, in 2020 zal dat ongeveer 20 procent zijn.

Succesfactoren

In iedere branche zijn er bedrijven met meer succes dan anderen. Het ontbreekt sommige bedrijven aan de kracht om zich aan te passen aan een veranderende markt. De snelle veranderingen vraagt om flexibiliteit. Volgens de ING onderscheiden succesvolle bedrijven zich door vier factoren:

  • Heldere en consistente keuze van de doelgroep
  • Sturen op cijfers
  • Samenwerking in de keten
  • Excellente logisitek

Brexit

De Brexit is het meest nadelig voor de non-food groothandel. Van alle Nederlandse kleding- en schoenenwederuitvoer gaat ruim 10 procent naar het Verenigd Koninkrijk. Ook al hebben ondernemers in de groothandel hun transacties doorgaans afgedekt tegen valutarisico’s, als gevolg van de Brexit zal een deel van de vraag toch afnemen.

Vooruitzicht

De concurrentie in de modebranche heeft vooral afgelopen jaar veel slachtoffers geëist. Het ING Economisch Bureau verwacht dat in heel 2016 de omzet van schoenen terugloopt met twee procent en kleding groeit met één procent. Voor 2017 wordt echter een groei van 1,5 procent verwacht voor zowel kleding als schoenen.