Ilse Horck kwam net van de academie toen ze – na verschillende stages in het buitenland – als freelancer aan de slag ging in Nederland. Al snel kwam ze er echter achter dat dit niet haar roeping was. “Zodra mijn tekeningen klaar waren, was het maar de vraag wie het oppakte en wat ermee gebeurde”, vertelt ze aan Schoenvisie. “Soms kwamen dingen terug die ik helemaal niet zo had bedoeld. Als ik er zelf bij was geweest, had het tien keer beter geworden. Het is daarom fijner om iets voor je eigen merk iets ontwerpen want dan weet je wat je klant wil en kan je makkelijker bijsturen in fabrieken.”

In 1997 richtte Horck Kop en Staart op en nu – 20 jaar later – heeft het merk zestig verkooppunten verspreid over Nederland en België.

Hoe is het de laatste tijd met Kop en Staart gegaan?

“Het gaat goed met het merk, maar we hebben afgelopen jaar wel een omslag gemaakt. We willen enerzijds meer focus op online bekendheid en verkoop, maar anderzijds het merk ook persoonlijker maken. Ik wil letterlijk contact maken met de trouwe klanten, om ze te leren kennen en te bedanken. Zij zijn onze ambassadeurs en daarin moeten we investeren. Daarom is de website volledig op de schop gegaan en hebben we op vrijdag 2 juni voor het eerst een evenement georganiseerd bij Jansen-Noy. We gaan vanaf nu vaker dit soort events organiseren.”

“Ook hebben we ons salesteam uitgebreid met Annemarie Hunneman. Een gedreven persoon die voor de nodige versterking zorgt.”

Hoe was het evenement?

“Ik denk ‘het gaat niet om mij, maar om het product’, maar de consument wil een persoonlijke band met een merk hebben. Mensen kwamen binnen met een hapje en een drankje en een band speelde muziek die precies bij Kop en Staart past. Ik merkte al heel snel dat hierdoor meer interesse in het merk is gekomen dus je kan het zien als een geslaagd experiment. Ik doe veel op social media, maar mond op mond reclame blijft eigenlijk de beste manier. Mensen zien mijn, horen mijn verhaal en zijn extra betrokken.”

Wat is het verhaal achter Kop en Staart?

“We ontwerpen nooit een hele grote collectie, maar produceren heel bewust iets rondom een bepaald thema. We kijken goed naar wat onze klant, de 30+ vrouw, wil en voegen er een beetje extra aan toe. Het is klassiek, maar ook draagbaar en modisch. Ik zorg dat er een meerwaarde aan zit door materiaalgebruik, vorm van de leest, hak, of door een ander verfijnd detail.”

Terugkijkend op de afgelopen twintig jaar, wat was dan een hoogtepunt?

“De tijd dat alles kon. Net voor de financiële crisis was alles zo snel uitverkocht en werd er ook veel makkelijker ingekocht. Die tijd is niet meer. Die aantallen zijn verleden tijd. Mensen zijn veel bewuster en zijn aan het consuminderen in plaats van consumeerderen.”

Wat was een dieptepunt?

“Klanten hebben een zware tijd achter de rug en dat was soms te merken aan voorzichtig inkopen of trager betalen. Ik ben blij dat de meeste klanten rechtop zijn blijven staan en trouw zijn gebleven aan Kop en Staart. Er is veel gebeurd wat ik ergens ook wel goed vind want mensen zijn nu veel bewuster bezig, maar het maakt ook wel dat alles sneller en nauwkeuriger moet. Dat brengt bij de detailhandel veel onzekerheid en het kost veel energie.”

Heb je zelf veel last gehad van de crisis?

“Vroeger kon er van alles op rekening gekocht worden, maar nu moeten de fabrikanten en leveranciers alles voorfinancieren. Dit zorgt ervoor dat er minder op voorraad is en dat alles op tijd    aangeleverd moet worden. Het is belangrijk dat de collecties op tijd in de winkel liggen. Ook voor ons betekend dit meer risico en een strakkere planning.”

Wil je naar het buitenland met Kop en Staart?

“Kop en Staart is een puur sang Nederlands merk en op die markt richten wij ons dan ook. Daarnaast vinden we het erg leuk dat Kop en Staart ook soms in het buitenland goed ontvangen wordt.”

Hoe zie je de toekomst?

“Ik denk dat we met de omslag een leuke uitdaging erbij hebben waar we veel mee kunnen. We hebben altijd al geïnvesteerd in lange termijn door producten te maken die lang mooi blijven en ik merk dat we daar nu de vruchten van plukken. Winkeliers zien ook dat wanneer je kwaliteit verkoopt, dat consumenten ervoor terug komen. Ik verwacht dat het steeds beter gaat met de winkels en dat ook wij daardoor verder kunnen groeien.”