TOP

‘Grootste binnensteden verliezen terrein door corona’

De winnaars van 2018 zijn de verliezers van 2021: de binnensteden van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn in drie jaar tijd hun positie als topwinkelgebieden deels kwijtgeraakt. Alleen Utrecht wist haar positie vast te houden. Dat en meer blijkt uit het Koopstromenonderzoek 2021.

Foto: Hindrik Sijens via Flickr

De grote drie – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag – zijn hun positie als ‘koopkathedralen’ door corona deels verloren. Alleen Utrecht wist die positie vast te houden. Dat blijkt uit het grootschalige Koopstromenonderzoek 2021, dat is uitgevoerd door I&O Research in samenwerking met BRO en Bureau Stedelijke Planning, in opdracht van de Provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant.

De traffic in winkelgebieden loopt over de hele linie terug: de daling in het aantal bezoekers was, met uitzondering van de vier grootste steden (G4), al ruim vóór corona zichtbaar. In het najaar van 2021 was er bij de meeste plaatsen sprake van enig herstel, behalve in de binnensteden van de G4. Andere belangrijke bevindingen uit het onderzoek zijn:

1. De opmars van online shoppen zet onverminderd door

In 2021 zijn in alle bestedingscategorieën – van boodschappen tot mode en interieur – de internetbestedingen toegenomen. Daarbij zorgde corona in de meeste categorieën voor een versnelling. Wel zijn er grote generatieverschillen. Jongeren gaven in het onderzoek vaker aan meer online te zijn gaan kopen dan ouderen.

2. Er wordt minder recreatief en meer functioneel gewinkeld

De bezoekersstromen in de meeste winkelgebieden blijken in de afgelopen twee jaar gehalveerd ten opzichte van vijf jaar geleden. De ‘toonbankbestedingen’ daalden ook, maar niet zo hard als je op basis van de passantendaling zou verwachten. In de Randstad gaat het om een afname van 10 procent over de laatste vijf jaar (Noord-Brabant is hierin nog niet meegenomen, red.), wat betekent dat de gemiddelde besteding per bezoeker wél toenam. Reactief winkelen heeft mede door corona een functioneler karakter gekregen.

3. Winkels maken plaats voor horeca, ontspanning en (transformatie naar) woningen

In de afgelopen vijf jaar nam het aantal winkels in het onderzoeksgebied met 9 procent af. Dit verlies is deels gecompenseerd met meer horeca-aanbod, vooral bezorg- en afhaallocaties, lunchrooms, koffiebars en café-restaurants. Ook verandert veel winkelaanbod naar wonen en andere functies. Horeca, en in mindere mate ontspanning, blijken van groeiend belang voor het functioneren van centra. Ruim een derde van de consumenten die komt om te shoppen, maakt ook gebruik van horeca. De toenemende verwevenheid betekent ook dat coronabeperkingen – zeker in grote binnensteden – dubbel zo hard binnen komen. Maatregelen voor de horeca hebben indirect ook effect op de detailhandel en vice versa.

4. De trend van lokaal kopen lijkt niet door te zetten

Gemak en efficiëntie lijken steeds belangrijkere randvoorwaarden voor de dagelijkse boodschappen. Op basis van de ontwikkeling tussen 2016 en 2021 blijkt niet dat men in algemene zin meer lokaal is gaan kopen, al boekten de kleinere stads- en dorpskern het afgelopen jaar wel een (relatieve) winst ten opzichte van de grote binnensteden.