Retailers die nu verplicht gesloten zijn, kunnen aanspraak maken op een eenmalige tegemoetkoming, de Opslag voorraad gesloten detailhandel, een vergoeding voor mode- en seizoengevoelige voorraad. Het subsidiebedrag is afhankelijk van het omzetverlies van de winkelier en gaat tot maximaal 20.160 euro. Het kabinet heeft voor dit bedrag de berekening voor de horecasector overgenomen. De inkoopwaarde van winkelvoorraden is echter vele malen hoger, stelt Inretail op basis van berekeningen voor mode-, schoenen- en sportondernemers. “Bij een ton omzetverlies wordt de vergoeding die een winkel ontvangt €2.800. Dat is een klein pleistertje op een gapend grote wond. Nu wordt een vijfde van de afgeschreven voorraad vergoed, maar de helft is een realistischer regeling.”

Tussen wal en schip

Een ander punt is dat de regeling per kwartaal geldt, terwijl de lockdown doorloopt tot in de eerste drie weken van 2021. “Dat werkt dempend in de vergoedingsberekening. Ondernemers kunnen nu tussen wal en schip vallen als je in beide kwartalen niet aan de norm voldoet en niets krijgt, maar wel met een groot omzetverlies kampt.”

Verschil tussen waarde voorraden

Inretail begrijpt dat de overheid een snelle oplossing zoekt en daarom op de ‘koelkastregeling’ voor de horeca heeft teruggegrepen. Maar dat het verschil tussen de waarde van de voorraad van een restaurant en die van een kleding- of schoenenwinkel niet is weggewerkt, is volgens de brancheorganisatie ‘niet correct’. “Dat moet gerepareerd worden. Anders komen ondernemers nog sneller in de problemen, nu ze naast de lockdown ook nog worden geraakt door een voorraadvergoeding die uiteindelijk nog voor hen geldt.”

Beeld: Shutterstock