TOP

Iconische schoen: de bootschoen

Sommige items leggen een lange weg af voor ze de status van mode-icoon bereiken. Wist je bijvoorbeeld dat het bijna dertig jaar heeft geduurd voor de bootschoen voet aan wal zette?

Tijdens een boottochtje langs Long Island nabij New York glijdt de Amerikaanse zeiler Paul Sperry uit op het spekgladde dek en valt van boord. Deze gebeurtenis aan het begin van de jaren ’30 is bepalend voor de rest van zijn leven. Er bestaan dan nog geen bootschoenen met anti-slipzool, dus neemt Sperry zich voor zelf zo’n schoen te ontwerpen. Na honderden vruchteloze pogingen vindt hij in 1935 de oplossing door naar zijn cockerspaniël Prince te kijken. Het valt hem op dat Prince moeiteloos over ijs en bevroren sneeuw rent zonder weg te slippen. Over de kussentjes van Prince’s poten lopen namelijk diepe golfachtige groeven, die het dier grip geven op de gladde ondergrond. Sperry besluit dit concept toe te passen op zijn schoenen. Met een mes kerft hij een visgraatmotief in de rubberzolen, de zool van de Sperry Top-Sider bootschoen zoals we hem nog steeds kennen. De uitvinder laat zijn ‘razor-cut wave-siping’-technologie patenteren.

De anatomie van de Sperry Top-Sider bootschoen. Beeld: Sperry

Vorm volgt functie

De anti-slipzool is een van de belangrijkste kenmerken van de bootschoen. De zolen van de eerste modellen zijn gemaakt van rubber met inkepingen. Die groeven openen en sluiten, afhankelijk van de bewegingen van de drager en zorgen zo voor houvast op het dek. Voor de eerste bootschoenen wordt ‘gewoon’ leer gebruikt. Dat is geen succes; het materiaal is zwaar als het nat wordt en droogt maar langzaam op. Zeilers moeten hun schoenen invetten met olie om ze waterdicht te maken. Geïmpregneerd leer, coatings en technologische materialen als Goretex bieden uitkomst.

De karakteristieke leren veter die rond een groot deel van de voet loopt, wordt ook al sinds de beginjaren gesignaleerd en dient om de schoen rondom te kunnen aantrekken. Vroeger werd voor deze veters leerafval gebruikt, maar daardoor gingen ze snel stuk. Nu hebben de veters soms een trekkracht van vijftig kilo. De bootschoen is een typisch voorbeeld van ‘form follows function’. Over elk detail van het model is nagedacht. Ze worden bewust niet gelijmd, maar gestikt. Lijm kan oplossen als het veelvuldig met water in contact komt, terwijl naden die met gewaxte garens worden gestikt waterdicht zijn. De opvallende gestikte rand op het voorblad is overigens afgekeken af van de mocassin.

Sebago Dockside, foto: Sebago

Statussymbool

De eerste bootschoenen zijn verre van geschikt om mee aan wal te gaan. Een zool met inkepingen heeft naast voordelen ook nadelen. Aan land blijven er steentjes in hangen, die het dek van de boot kunnen beschadigen. Pas aan het eind van de jaren ’60 komen er modellen die ook aan land kunnen worden gedragen. De Amerikaanse producent Sebago introduceert in 1969 de Dockside, die uitgroeit tot de bekendste schoen van het merk. Het Ierse Dubarry ontwikkelt een gepatenteerde ‘nonslip-nonmarking’-zool, die niet slipt en geen strepen achterlaat. Dankzij speciale kanaaltjes in de zool wordt water snel afgevoerd. Andere bekende leveranciers van bootschoenen zijn Eastland, Timberland en Van Bommel. Eenmaal aan land groeit de bootschoen uit tot statussymbool. Want iemand die bootschoenen bezit, heeft waarschijnlijk ook een boot met een dek dat groot genoeg is om op rond te lopen.

Met sokken?

Tijdens de jaren ’80 en de eerste helft van de jaren ’90 worden de preppy bootschoenen door de jeugd opgepakt. Middelbare scholieren en studenten combineren de instappers met afgezakte sokken of enkelsokken in opvallende kleuren. De populariteit van de bootschoen verloopt in de daaropvolgende jaren volgens een vast patroon dat zich elke tien tot twintig jaar herhaalt: van überhip naar de ultieme ‘dad shoe’ (en dan niet in positieve zin) en terug.

Dankzij Prada heeft het model de wind op dit moment weer mee. Tijdens de mannenmodeshow voor zomer 2019 stuurt het Italiaanse modehuis de modellen op luxe leren bootschoenen in felle kleuren de catwalk op. Met sokken. Allemaal leuk en aardig, maar volgens Nick Sullivan, creatief directeur bij de Amerikaanse Esquire, hoort dat dus niet, schrijft hij naar aanleiding van een lezersvraag. De lezer in kwestie wil zijn bootschoenen met sokken aan, want zonder is het buiten eigenlijk nog te koud. “Waag het niet om de woorden ‘bootschoen’ en ‘sokken’ ooit nog eens in dezelfde zin te gebruiken. De bestgeklede zeemannen trotseren zelfs de meest barre omstandigheden met blote enkels.”


Dit artikel is verschenen in de rubriek ‘Mode-icoon’ in Schoenvisie #6 van 9 augustus 2019.