TOP

Huurprijzen winkels staan onder druk*

De huurprijzen van winkelpanden staan onder druk. Met name in de aanloopstraten op zogeheten B- en C–locaties vinden detaillisten de huren in relatie tot de omzet te hoog.

Dit is één van de conclusies uit het rapport ‘Winkelmarkten grote steden 2014’ van NVM Business. Hoewel winkeliers de huren te hoog vinden, gaan prijzen op B en C-locaties en bepaalde ontwikkelde winkelcentra wel degelijk omlaag. Een andere conclusie is dat winkeliers, naast een lagere prijs, huurcontracten willen met een kortere looptijd.

NVM Business heeft de volgende steden onder de loep genomen: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven,  Groningen, Zwolle, Enschede, Arnhem en Maastricht. Over het algemeen is de vraag in deze steden naar winkelruimte op A-locaties groot, al zijn er natuurlijk verschillen per stad en stadsdeel.  

“Winkelplezier vergaat”
Leegstand en dalende huurprijzen zijn vooral te vinden in de aanloopstraten. Volgens NVM zouden winkeliers, ondernemers, gemeenten, vastgoedeigenaren en makelaars hier samen wat aan moeten doen. “Aanloopstraten vervullen een belangrijke functie voor centrale winkelgebieden. Door de aanwezigheid van speciaalzaken en horecabedrijven geven zij een bijzondere kleur aan de stad”, zo staat in het rapport.

Ook de Rabobank wijst in een deze week gepubliceerde branchebarometer op de verantwoordelijkheid van vastgoedeigenaren en de lokale politiek om de leegstand in diverse winkelgebieden aan te pakken. “Lukt dit niet, dan zal de aantrekkelijkheid van het fysieke verkooppunt snel aan toegevoegde waarde verminderen”, zegt de Rabobank, dat het perspectief voor winkelgebieden in 2015 slecht noemt. “Steeds meer panden zullen leegstaan waardoor het winkelplezier vergaat.”

Geen toverformule
Eindhoven is een van de steden die kampt met grote leegstand. Bijna tien procent van de winkelruimte in de binnenstad staat leeg. De grootste verhuurder van de binnenstad, RSP Makelaars, zegt in het Eindhovens Dagblad dat er belangstelling is van grote internationale (mode) ketens is maar dat zij wachten op voldoende vierkante meters.

Volgens Alexander Heijkamp, sectormanager detailhandel van de Rabobank moet een winkelgebied eerst aantrekkelijk zijn om vervolgens ‘leuke winkeltjes’ te trekken. Eén vaste toverformule is er alleen niet “maar zegt hij: “Elk winkelgebied kan werken aan de toekomst”.