TOP

Hoogste rechter in Europa geeft Karen Millen gelijk

Het Hof van Justitie van de EU vindt dat op de blouses en top van Karen Millen modelrecht kan rusten. Modemerken zullen door deze uitspraak sneller kunnen optreden tegen namaak.

De hoogste rechter van Europa, het Hof van Justitie van de EU, heeft 19 juni 2014 een uitspraak gedaan in de zaak Karen Millen / Dunnes. De blouse en top van het Ierse Dunnes zouden hiermee zo maar eens inbreuk kunnen maken op de modelrechten van Karen Millen, die op een blouse en top van het Britse kledingmerk kunnen rusten. Dat is de conclusie van de het Europese Hof. De uitspraak wordt door advocaten als ‘baanbrekend voor de mode-industrie’ bestempeld. 

Namaak?

Het geschil begon toen Karen Millen Dunnes voor de Britse rechter sleepte,  omdat twee gestreepte blouses en een gebreide top van Dunnes wel heel veel zouden lijken op kleding van Karen Millen. Karen Millen had voor haar blouses en top nooit een Europees modelrecht geregistreerd, maar beriep zich op haar niet-ingeschreven modelrechten. De kleding van Dunnes zou hierop inbreuk maken.

Modelrecht

Een modelrecht beschermt ‘de unieke vormgeving van een product’. Op een product kan modelrecht rusten als het ‘model’ (2D -of 3D-product) nieuw is en ‘een eigen karakter’ heeft. Een model heeft een eigen karakter als de algemene indruk die het model wekt een andere algemene indruk wekt dan reeds bestaande modellen doen. Een modelrecht moet je registreren om je erop te kunnen beroepen. De eerste drie jaar na het op de markt brengen van een model, kun je je bovendien ook op een Europees niet-geregistreerd modelrecht beroepen. Het model moet dan wel aan de eerder genoemde eisen (nieuw en eigen karakter) voldoen.

Eigen karakter?

Dunnes ontkende niet dat de modellen van Karen Millen zijn nagemaakt, maar stelde wel dat de (niet-geregistreerde) modelrechten van Karen Milen ongeldig zijn. De blouses en de top van Karen Millen zouden namelijk geen eigen karakter bezitten. Dit omdat ze vormgevingselementen bezitten die al zijn gebruikt  bij eerdere modellen. Om de vraag te beantwoorden of de algemene indruk van de modellen van Karen Millen verschillen van die van eerdere modellen, besloot het Britse Supreme Court een zogeheten prejudiciële vraag te stellen aan het Europese Hof. Hoe moet de algemene indruk worden beoordeeld?

Bestaande elementen op eigen manier gecombineerd

Dat een model vormgevingselementen bevat die al eerder in bestaande modellen zijn gebruikt, wil volgens het Hof niet zeggen dat het latere model geen eigen karakter kan bezitten. Een model kan de vormgevingselementen namelijk op een eigen manier combineren, waardoor het model wel een andere totaalindruk heeft, en dus een eigen karakter. Karen Millen zal zich waarschijnlijk dus wel met recht op haar modelrechten kunnen beroepen. Nog bekeken moet worden of de modellen van Dunnes ook inbreuk maken op de modelrechten van Karen Millen.  

Mode-industrie

Advocatenkantoor Solv vindt de uitspraak van het Hof goed nieuws voor de mode-industrie. Juist in deze branche worden volgens Solv immers vaak bestaande elementen hergebruikt en anders gecombineerd. De merken die dat doen kunnen zich met de uitspraak nu sneller op modelrechtelijke bescherming beroepen. Merken die kledingstukken van andere merken ‘namaken’, zullen op hun beurt sneller op hun vingers getikt kunnen worden. Geen goed nieuws voor partijen als Dunnes dus!

Ook O’neill won laatst een rechtszaak op grond van een (niet-ingeschreven) modelrecht