Van alle kleding die een retailer inkoopt wordt gemiddeld slechts 64,8 procent voor de normale prijs verkocht. Bijna een derde van alle ingekochte voorraad, om precies te zijn 31 procent, gaat in de uitverkoop over de toonbank. En 4,2 procent blijft onverkocht. Dat blijkt uit een onderzoek van MVO Nederland. “Je kunt constateren dat je als retailer dan hebt misgegokt”, zegt Frans Tilstra van MVO Nederland.

Een half jaar lang deed Geeke Wijnia voor MVO Nederland onderzoek naar de hoeveelheid onverkochte kleding in de Nederlandse modebranche. Daarvoor interviewde zij onder meer 363 retailers en 66 producenten.

Onverkochte kleding

Daaruit blijkt dat 6,5% van alle nieuw geproduceerde kleding achterblijft bij producenten, groothandels en retailers. Dat zijn in totaal 21,5 milljoen kledingstukken.

Van alle kleding die een retailer inkoopt blijft 4,2 procent onverkocht in de winkel achter, wat neerkomt op 13,8 miljoen kledingstukken, ter waarde van 315,5 miljoen euro. Dat is kleding die na de reguliere verkoop en de uitverkoop nog steeds niet is verkocht.

Het opvallendste cijfer is hoeveel kleding er in de uitverkoop wordt verkocht. Zo’n 31 procent van alle kleding die door een retailer wordt ingekocht, gaat pas in de uitverkoopperiode weg.

Veel retailers kopen verkeerd in

Frans Tilstra van MVO Nederland: “De uitverkoop wordt gehanteerd om van de voorraad af te komen. Voor ondernemers die veel artikelen in de uitverkoop moeten doen, is het een signaal dat ze verkeerd inkopen. Als je weinig in de uitverkoop hoeft te doen, dan heb je blijkbaar goed ingekocht. Gemiddeld gaat 31 procent in de uitverkoop, dus dan kun je constateren dat je hebt misgegokt. Alles wat je hebt ingekocht, wil je in principe ook voor minimaal de inkoopprijs verkopen. Maar in feite zegt de consument: ik hoef het niet te hebben. Niet voor die prijs in ieder geval. Pas als je korting geeft, willen ze het hebben.” 

Uitverkoop is noodzakelijk kwaad

“Het is wel een beetje een kip-ei-verhaal. Het is onderdeel geworden van de verkoopstrategie, een marketingtruc. Maar voor veel kleine ondernemers is de uitverkoop een noodzakelijk kwaad. De winstmarges zijn de laatste jaren behoorlijk gedaald, vaak tussen de 0 en de 10 procent. En dan ligt het vaker dichter bij de 0 dan bij de 10. Dus alles wat je met korting weggeeft is niet goed.”

Benchmark

“Er waren al lang vermoedens over hoeveel kleding in de uitverkoop werd verkocht en hoeveel uiteindelijk onverkocht bleef. Nu is er voor het eerst onderzoek gedaan. Voor de retailer is dit een goede benchmark. Hij kan nu voor zichzelf na gaan of hij het goed doet of juist moet bijbenen.”

Hoeveel weten retailers van hun eigen voorraad?

Tilstra: “Een groot deel van de ondervraagden weet niet goed hoeveel ze verkopen voor de normale prijs en in de uitverkoop. Er is vaak geen strategie. Het wordt vaak pas achteraf becijferd door de retailer. “

Waarom blijft kleding onverkocht?

In 31 procent van de gevallen is de kleding in de verkeerde maat of de verkeerde kleur. In 26 procent geven consumenten de voorkeur aan nieuwere kleding. En het blijkt ook dat de vraag van consumenten moeilijk te voorspellen blijkt; in 13 procent van de gevallen blijkt er een mismatch te zijn tussen vraag en aanbod. Overige redenen zijn: te veel kleding ingekocht (12 procent), beschadigde kleding (7 procent), verkeerde prijzen (6 procent) en het weer (5 procent).

Kleding naar goede doelen

Niet alle onverkochte kleding wordt vernietigd, zoals vaak wordt verondersteld. Het grootste deel wordt per kilo verkocht aan commerciële opkopers of geschonken aan goede doelen. Deze organisaties brengen de kleding opnieuw op de markt via outlets of ze verspreiden het in landen in Oost-Europa, Afrika en Azië.

Slechts een deel nieuwe kleding wordt vernietigd

Naar schatting 1,23 miljoen nieuwe, maar onverkochte kledingstukken worden jaarlijks vernietigd. Ongeveer de helft wordt gerecycled tot vilt, de andere helft eindigt in de verbrandingsoven. Een belangrijke reden voor modemerken om nieuwe kleding te vernietigen is om hun eigen markt niet te verstoren en hun imago te beschermen, zegt MVO Nederland.

Fast fashion is veel efficiënter

Onderzoeker Geeke Wijnia ziet wel manieren om de hoeveelheid onverkochte kleding terug te brengen. “Wat we kunnen doen is zoveel mogelijk kijken naar het aanbod, het dichter bij elkaar brengen van de schakels in de keten. Die zijn vaak te lang. Soms duurt het wel 9 maanden voor producten worden uitgeleverd. In dat opzicht is fast fashion veel efficiënter. Bepaalde aspecten van fast fashion zijn heel erg gericht op efficiëntie. Neem Zara. Zij hebben een levertijd van 15 dagen en deze producten worden lokaal geproduceerd. Basisartikelen die altijd goed lopen worden dan weer verder weg geproduceerd.”

Wat zijn de nadelen van fast fashion?

Wijnia: “Het grote nadeel van fast fashion is dat het zo snel geproduceerd moet worden. Daardoor komt er enorme druk bij de producent te liggen. En dat betekent vaak weinig goed voor bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden en het milieu. Maar we kunnen veel leren van de operationele kanten van fast fashion.”

Wat kunnen retailers doen?

“Retailers kunnen gebruik maken van Electronic Data Interchange (EDI), om zo de vraag van de consument beter in kaart te brengen. Daarbij wordt kassa-informatie uit de winkel dagelijks teruggespeeld naar groothandels en producenten, die daarop hun planning en productie kunnen aanpassen. Zo verkort je de keteninformatie.“

Wijnia vervolgt: “Kleinere retailers kunnen ook gebruikmaken van de app Goods on Tap, een initiatief van Inretail. Dat is een soort besloten marktplaats voor moderetailers. Daarmee is het mogelijk om om je voorraad aan andere retailers aan te bieden. Grotere retailers met meerdere filialen kunnen met hun voorraad schuiven tussen vestigingen. Als een bepaald item in de ene vestiging niet goed loopt en in een andere wel, kun je die voorraad daarheen sturen”.

Masterclass onverkochte kledingvoorraad voorkomen

MVO Nederland en INretail organiseren een Masterclass over het voorkomen van onverkochte kledingvoorraad op 22 september 2016.

 
In het onderzoek zijn geen schoenen meegenomen.