TOP

Fred de la Bretonière viert gouden jubileum: ‘Ik wilde de wereld veroveren met één schoen’

Schoenenontwerper Fred de la Bretonière zit vijftig jaar in het vak. RNF BV, de nieuwe eigenaar van de door hem opgerichte merken Fred de la Bretoniere en Shabbies Amsterdam, brengt een ode aan zijn werk met een speciale jubileumcollectie. De rode draad: vooral niet te moeilijk doen.

Als kind was Fred de la Bretonière (75) al gefascineerd door leer. Het materiaal roept herinneringen op aan vroeger. Aan de zeven jaar dat hij als jongetje in Indonesië woonde, om precies te zijn, het geboorteland van zijn vader. “Dat was in de nadagen van de koloniale tijd”, zegt hij. “Ik kan me de handgenaaide koffers, pokerbekers en de golfclubs met leren handvatten die we thuis hadden, nog goed herinneren. Prachtig vond ik het.”

Gouden jubileum

De schoenenontwerper viert in 2020 zijn gouden jubileum. Het 50-jarig bestaan van Fred de la Bretoniere werd bijna niet gehaald door het faillissement van de Bretonière Groep in 2019, maar wordt door de nieuwe eigenaar RNF BV nu groots gevierd. Het Brabantse schoenenconcern brengt een ode aan zijn werk met een speciale jubileumcollectie. De vijf stijlen van deze lijn grijpen terug op wat De la Bretonière zijn ‘oermodellen’ noemt. “Met andere woorden: alles waar ik sterk in ben. Zoals ballerina’s, espadrilles en schachtlaarzen à la Shabbies.” Deze specials worden verspreid over 2020 in gelimiteerde oplage uitgebracht. Het eerste model, een gouden sneaker (foto), werd tijdens de januari-editie van Modefabriek gepresenteerd. Hoewel De la Bretonière officieel niets meer met de merken van doen heeft – hij is immers eigenaar-af – mag hij volgens marketing- en artdirector Nathalie Gadeyne niet ontbreken bij de festiviteiten. “Dat spreekt voor zich. We zitten hier tenslotte dankzij hem. En hoe bijzonder is het dat we 50 jaar Fred de la Bretoniere met de oprichter kunnen vieren?”

25 geleende guldens

De la Bretonière is opgeleid als kunstschilder aan de Vrije Academie in Den Haag. Met eigen exposities in Amsterdam is hij redelijk succesvol, maar het levert niet genoeg op. “Ik had geld nodig”, zegt hij. “Dus ben ik eind jaren ’60 naast mijn kunst leren polsbandjes gaan verkopen. Ik ging ermee langs de winkels van bekende modeontwerpers, zoals Fong Leng en Frans Molenaar, gewoon op de fiets.” De bandjes blijken een succes, waarop hij ook leren riemen en tassen gaat maken. Dat doet hij in zijn ‘Leeratelier’ in de Sint Luciënsteeg in hartje Amsterdam, dat hij in 1970 met 25 geleende guldens van zijn vader opent. De la Bretonière: “Eigenlijk een lederwarenatelier, maar dat vond ik zo truttig klinken. Eigenlijk had ik die term moeten vastleggen, want ik was destijds de eerste.”

Klaar terwijl u wacht

Zijn werk valt op vanwege de nonchalante uitstraling. “Je moet vooral niet te moeilijk doen”, vindt De la Bretonière. “Leer – en dan bedoel ik kwaliteitsleer, niet dat goedkope spul – is het mooiste materiaal dat er is. Daar hoef je nauwelijks iets aan toe te voegen. Ik sneed de huiden zo af, stikte ze aan elkaar en spande de naden naar buiten. Klaar.” Dergelijke tassen zijn in die periode bijna nergens anders te krijgen. “Leren tassen waren in die tijd überhaupt een zeldzaamheid. Nederlanders houden van goedkoop, toen ook al. Het was allemaal al snel te duur. Voor tassen werd meestal kunststof gebruikt. Maar dat weigerde ik.” Tijdens een vakantie in Griekenland komt hij op het idee om ook sandalen en klompjes te gaan maken. “Ik spijkerde de upper op een houten voetbed terwijl de klanten koffie dronken. 59 gulden, klaar terwijl u wacht. Het leverde enorm veel publiciteit op.”

Vroege vorm van brandbuilding

Concrete plannen heeft hij op dat moment niet. Wel ambities. “Ik wilde beroemd worden”, knikt De la Bretonière. “Of ja, beroemd. Ik wilde spraakmakend zijn in mijn vakgebied. Als kunstschilder lukte dat maar matig. Maar als schoenen- en tassenontwerper had ik succes, omdat ik heel andere dingen maakte dat gebruikelijk. Daarop ben ik doorgegaan. Dat nonchalante, de afgesneden randen, de naar buiten gespannen naden – al die dingen, wat ik het ‘Fred-gevoel’ noem, zijn nog steeds kenmerkend voor Fred de la Bretoniere en Shabbies.” Al snel krijgt hij het zo druk dat hij een tweede en derde atelier in Amsterdam opent, waar een team van vakmensen zijn producten in elkaar zet. “Maar de afwerking deed ik zelf”, zegt hij. “Alle schoenen en tassen kregen een stempel met mijn naam erin. Ook dingen die ik voor de winkel inkocht, die ik zelf niet kon maken maar wel heel ‘Fred-achtig’ vond. Een vroege vorm van brandbuilding, eigenlijk. Veel mensen wilden dat niet; van de tien klanten bleven er twee over.” Helemaal niet erg, vindt hij. “Zo pik je de echte fans eruit.”

Inspiratie bij Timberland

Een sprong in de tijd, naar 2002, als De la Bretonière een serie rijlaarzen uitbrengt. Het zijn stoere boots; hoog, breed en een halve maat te groot. Je kunt ze zo uittrappen. Hij lanceert het nieuwe ontwerp bewust niet onder zijn eigen merk, maar richt er een apart label voor op: Shabbies Amsterdam. Een afgeleide van het Engelse woord voor ‘slordig’, shabby. “Ik wilde het product op een andere manier in de markt zetten”, vertelt hij. “Timberland was een belangrijke inspiratiebron. Zij veroveren de wereld met één schoen. Dat wilde ik ook met Shabbies.” Het blijkt een voltreffer. Na een paar jaar is Shabbies Fred de la Bretoniere ruimschoots voorbij in paren en omzet. “We verkochten 125 duizend tot 200 duizend paar per seizoen”, zegt De la Bretonière. “Op het hoogtepunt hadden we een omzet van 24 miljoen.”

Professionaliseringsslag

Het is de ontwerper niet altijd voor de wind gegaan. In 1980 komt het bedrijf in de problemen met het uitleveren van collecties in het buitenland. Dat resulteert uiteindelijk in een surseance van betaling. “Ik deed alles toen nog zelf”, zegt hij. “Ik kon al die ballen niet meer in de lucht houden.” Dankzij een zakelijke verbintenis met schoenenondernemer René Brands kan een faillissement worden afgewend. Vanaf 1982 neemt Brands’ bedrijf Estral de productie, distributie en verkoop op zich, zodat De la Bretonière zich volledig kan focussen op het creatieve gedeelte. De onderneming professionaliseert in rap tempo. De la Bretonière gaat brandstores openen en lanceert een eigen ontwerpstudio, Studio Fred de la Bretonière. Naast zijn eigen merken ontwerpt hij met de Studio onder meer voor Jaguar Shoes. “Anderen raadden het af om voor derden te gaan werken”, zegt hij. “Maar op deze manier kon ik snel veel geld verdienen. Toen Brands in 2005 iets anders wilde gaan doen, had ik het kapitaal om hem uit te kopen. Shabbies liep op dat moment als een speer. Een geweldige tijd, waarin het bedrijf met gigantische sprongen groeide.”

Schoenenjongens

Op zijn 65e gaat hij nadenken. Hoe nu verder? “Ik heb ook niet het eeuwige leven natuurlijk. Ik kreeg van alle kanten telefoontjes of ik de zaak niet wilde verkopen en heb dat vijf jaar geleden uiteindelijk ook gedaan.” Investeerder Karmijn Kapitaal trekt hem over de streep met een handgeschreven brief en chocolademuntjes. Wat er vervolgens gebeurt, is bekend. Vier jaar na de overname (maart 2019, red.) gaat de Bretonière Groep, de nieuwe bv waarin de merken Fred en Shabbies zijn ondergebracht, failliet. “Ik wil de vrouwen van Karmijn niets kwalijk nemen”, zegt De la Bretonière. “Maar ze hebben niet goed naar me geluisterd. Gelukkig zijn de nieuwe eigenaren schoenenjongens met verstand van zaken. Snelle jongens. Ze hebben Mexx succesvol terug op de markt gebracht en doen dat nu met Fred en Shabbies. En ze zijn oprecht trots op de merken.” Schuine blik naar Gadeyne. “Jij zit erbij om te checken dat ik niets negatiefs over ze zeg, toch?” Gadeyne schiet in de lach. “Klopt, als je over de schreef gaat, krijg je een stroomstoot.” De la Bretonière, weer serieus: “Maar zonder dollen, de merken zijn bij RNF in goede handen. De wintercollectie 2020-2021 ziet er fantastisch uit, misschien wel beter dan ik zelf had gekund. En dat stelt me toch gerust. Ik ben geen eigenaar meer, ik heb in principe niets meer met de merken te maken, maar helemaal loslaten zal ik het nooit. Fred en Shabbies zullen altijd mijn kindjes blijven.”


Meer lezen? In Schoenvisie #1 van 31 januari brachten we een groot interview met Ferry Helmer en Ron Janssen van RNF BV, de nieuwe eigenaren van Fred de la Bretoniere en Shabbies Amsterdam. Hierin lichten ze de keuze voor de overname en hun strategie om de merken weer terug op de kaart te zetten toe. “We vinden het gewoon leuk om de labels weer winstgevend te krijgen.” Schoenvisie ook ontvangen? Ga voor meer informatie naar www.schoenvisie.nl/abonneren.

Foto’s: Fresh BV