TOP

Floris van Bommel opent nieuwe studiejaar TMO: dit is wat we leerden


Floris van Bommel was op maandag 9 september te gast bij de TMO Fashion Business School in Doorn om het nieuwe studiejaar te openen. Centraal in zijn presentatie stond de transitie van het klassieke Van Bommel naar het hippe Floris van Bommel. Dit is wat we van de creatief directeur van Schoenfabriek Van Bommel, een oud-TMO student, leerden.

1. Liever een evolutie dan een revolutie

“Veranderingen voeren we liever in kleine stapjes door dan abrupt in één keer. Ken je de ‘boiling frog’-theorie? Het uitgangspunt: als je een kikker in een pan met kokend water stopt, springt hij er direct uit. Als je het water echter langzaam verwarmt, past de kikker zich aan de veranderende temperatuur aan – tot het te laat is. Die theorie passen wij ook toe, al gaan wij natuurlijk voor een wat gezelliger resultaat. We zijn stapje voor stapje steeds gekkere dingen gaan doen. Onze dealers raakten daar langzaamaan aan gewend en gingen er steeds verder in mee. Eén van mijn persoonlijke favorieten is de ‘vette bak’-actie, waarbij consumenten kans maakten op een frituurpan. Stond er ineens een sokkel met een frituur erop in schoenenwinkels door het hele land. Super leuk, maar eigenlijk ook totaal absurd.”

Floris2

2. Toeval kun je organiseren

“In het kader van verandering in kleine stappen, organiseren en proberen we van alles. Als iets werkt, gaan we erop door. Het organiseren van het toeval, noemen we dat. De Floris van Bommel-campagnebeelden zijn daar een mooi voorbeeld van. Jaren geleden had ik een fotoshoot met mijn broers Reynier en Pepijn (de negende generatie in het familiebedrijf, red.). Het was in een heuvelwoning in Huizen, zo’n gebouw dat aan de buitenkant volledig met gras is bedekt. We schoten ook een fotootje van mij voor het huis, zomaar. Die bleek zo goed gelukt, dat we besloten ‘m als campagnebeeld voor het nieuwe seizoen te gebruiken. Het daaropvolgende winterseizoen wilden we opnieuw zoiets doen, maar dan met sneeuw. Dus zijn we naar Lapland gegaan. Voor een vakbeurs in Berlijn hadden we een grote foto nodig voor de achterwand. Die beelden leenden zich daar perfect voor.”

3. Zet altijd een stap extra

“Als kind had mijn vader (Frans van Bommel, red.) een groep Duitse klanten te gast in onze fabriek in Moergestel. Ik was een jaar of tien, geloof ik. Ze kwamen en gingen met een bus. Ik weet nog dat de laatste klant was ingestapt en mijn broers en ik ons al wilden omdraaien om weer naar binnen te gaan. Mijn vader hield ons tegen. ‘Eerst zwaaien, dat kost niks!’ Stonden we daar op een rijtje de bus uit te zwaaien; de klanten vonden het prachtig. Mijn vader heeft ons geleerd een stap extra te zetten bij alles wat we doen. Dat zie je ook terug in onze ontwerpen. We hebben ooit een schoen gemaakt met een legpuzzel-patroon in de zool. Ik had één puzzelstukje weggelaten, precies bij de B, zodat er ‘Floris van Rommel’ stond. Later heb ik onze retailklanten alle ‘ontbrekende’ puzzelstukjes nagestuurd. Met een briefje erbij: dat er sprake was van een productiefout en of ze alsjeblieft niets tegen mijn broers wilden zeggen. Ik vind dat grappig. Je moet mensen de gelegenheid geven om over je te ouwehoeren.”