TOP

Flinke belastingschuld voor mode- en schoenenwinkels

Mode- en schoenenwinkels hebben tijdens de coronacrisis een flinke schuld bij de Belastingdienst opgebouwd. In de kledingbranche gaat het om 33 procent van de winkels, in de schoenenbranche is dit percentage zelfs 35 procent. Dat blijkt uit onderzoek van ABN Amro.

Sinds de uitbraak van Covid-19 in het voorjaar van 2020 en de daar uit voortvloeiende beperkingen konden bedrijven uitstel krijgen voor het betalen van belastingen. Het gaat daarbij vooral om omzetbelasting en personeelskosten, zoals loonheffing, sociale premies en inkomstenbelasting. De Belastingdienst heeft in totaal voor 16 miljard euro aan uitstel verleend aan onder meer horeca- vervoers- en modebedrijven. In de detailhandel heeft 11 procent van de bedrijven in die periode een belastingschuld opgebouwd, blijkt uit het rapport dat ABN Amro maakte op basis van data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en transactiedata van de bank.

Hoogste schuld

In totaal hebben ruim 15.000 detaillisten een schuld van 1,1 miljard euro, wat neerkomt op een gemiddelde schuld van ruim 72.000 euro per bedrijf. In de kledingbranche heeft 33 procent van de winkels een schuld opgebouwd en in schoenenbranche is dit percentage zelfs 35 procent. Dit zijn de hoogste percentages binnen de detailhandel. [Artikel gaat door onder de grafiek.]

Verschillen kleine en grote winkels

Binnen de modebranche hebben 2720 kledingzaken en 425 schoenenwinkels belastingschuld opgebouwd. Bij kledingzaken is die gemiddeld 91.000 euro per bedrijf, schoenenwinkels gemiddeld 115.000 euro. De verschillen tussen de kleine kledingbedrijven (2 tot 49 werknemers) met een gemiddelde schuld van 44.000 euro en de grote kledingbedrijven (50 of meer werknemers) zijn groot. Zij hebben een schuld van bijna 2 miljoen euro per bedrijf opgebouwd. Waarschijnlijk zijn deze grotere bedrijven, die vaak kapitaalkrachtiger zijn, beter in staat de belastingschuld te dragen dan de kleinere ondernemers.

Druk zwaarst op mode- en schoenenzaken

Dit geldt ook voor de schoenenwinkels, waar de grote bedrijven een schuld hebben van ruim 2,3 miljoen per bedrijf, terwijl de ondernemingen met twee werknemers en meer, met een uitstel van betaling van gemiddeld 37.500 euro kampen. Hoewel de totale schuld van de kleding- en schoenenwinkels niet het hoogst is binnen de detailhandel, drukt deze wel het zwaarst in vergelijking met andere detailhandelaren. Kledingwinkels betalen maar liefst 23 maanden aan winst om de schuld in te lossen en schoenenwinkels 14 maanden. Uitgesmeerd over de voorgestelde terugbetalingsperiode van 36 maanden is dit gemiddeld respectievelijk 63 en 39 procent van de winst, ervan uitgaande dat de resultaten van 2019 weer snel worden behaald.

Steeds meer concurrentie

Of dat niveau wordt gehaald, betwijfelt de bank. Kleding- en schoenenwinkels zijn hard getroffen door de coronacrisis, staat in het rapport, en de enorme omzetdaling in 2020 wordt aankomend jaar slechts deels gecompenseerd. Hoewel de winkels weer open zijn en de omzetten weer zullen toenemen, heeft de coronacrisis de ontwikkeling waarbij de fysieke kleding- en schoenenwinkels steeds meer concurrentie krijgen van onlinekanalen definitief vaart gegeven. De bank verwacht dat de belastingdruk vooral voor kleinere winkels zonder onlinepropositie hoog zal zijn.

Liquiditeitsproblemen

Volgens ABN Amro speelt er nog een probleem: de liquiditeitspositie in de mode- en schoenenbranche. Uit een peiling van Inretail van begin mei bleek al dat veel kleding- en schoenwinkels, waaraan onder meer 530 kleding- en schoenenwinkeliers deelnamen, dat 28 procent van de kledingwinkels en 20 procent van de schoenenwinkels op dit moment liquiditeitsproblemen ervaren. Ze pakken dit aan door onder andere privéspaargeld te gebruiken (respectievelijk 65 en 67 procent van de respondenten), leningen in de privésfeer aan te gaan (31 en 39 procent), betaalafspraken met leveranciers te maken (81 en 89 procent) en uitstel of kwijtschelding van huurkosten te krijgen (55 en 61 procent). Deze schulden komen nog bovenop de besproken belastingschuld.

Meer tijd

Vanaf oktober moeten ondernemers gaan terugbetalen. Daar krijgen ze 36 maanden de tijd voor. Hans Vijlbrief, de staatssecretaris van Financiën en fiscale zaken, maakte eind februari al via de media bekend op zoek te gaan naar een oplossing om de getroffen ondernemers meer tijd te geven. Het demissionaire kabinet Rutte III neemt naar verwachting deze week een besluit over de toekomst van de noodpakketten en het daarbij behorende belastinguitstel nu de uitstelregeling op 1 juli afloopt.

Beeld: Pexels