Portret: Burt Quincy | Overige foto’s: Van Bommel Schoenen

Van Bommel Schoenen is een begrip in Breda en omstreken. Het klantenbestand telt bijna twintigduizend adressen, waarvan ongeveer de helft in de regio Breda. “De rest is verdeeld over Nederland, België en zelfs Duitsland”, vertelt eigenaar Hein van Bommel. Anno 2018 lijkt zijn winkel in niets meer op de zaak waarmee hij ruim dertig jaar geleden begon. “Gemiddeld vernieuw ik mijn interieur, pui en logo om de vijf jaar. Ik vind het belangrijk dat een winkel bij de tijd is. Tijdens de laatste grote verbouwing in 2017 hebben we enorme iPads in het interieur geïntegreerd, zodat klanten en medewerkers in de voorraad kunnen kijken. We zijn ook bezig geweest met een virtual reality-installatie. Het was de bedoeling dat klanten een schoen naar keuze direct aan de voet van een virtueel model zouden kunnen zien. Helaas is dat tot nu toe niet gelukt. De techniek was nog niet ver genoeg.”

Pand nr. 21 (mode)

Schoenenfamilie

De naam Van Bommel behoeft weinig introductie. Ondernemer Hein van Bommel stamt af van één van Nederlands oudste en bekendste schoenenfamilies. Reynier, Floris en Pepijn van Bommel, de negende generatie aan het roer van Schoenfabriek Wed. J.P. van Bommel, zijn achterneven van hem. Minder bekend is dat de Van Bommel-familie naast schoenenfabrikanten ook een tak van schoenenwinkeliers kent. Dat verhaal begint bij Heins vader Eduard. Rond 1952 opent hij een schoenenwinkel in Eindhoven, waar Hein in 1981 als oudste zoon gaat werken. Als zijn jongere broer na drieënhalf jaar ook in het bedrijf komt, gaat de familie op zoek naar een tweede vestiging. Van Bommel: “Dat leek ons beter dan twee kapiteins op één schip.” In Breda komt in die periode een pand aan de Veemarktstraat vrij. “Ik kende de stad niet, maar het klikte gelijk. Breda is heel gemoedelijk. De mensen zijn vriendelijk en hebben nog tijd voor een praatje.” Leuk detail is dat het verhaal van de Van Bommels in Breda is begonnen. In 1734 vestigden Adrianus en Christianus van Bommel zich hier als meester-schoenmakers.

Het roer om

Van Bommel is 26 als hij in mei 1986 zijn eigen zaak opent. Zijn vader financiert de opzet, verder doet hij alles zelf. “Het was pionieren. Ik heb mijn oor goed te luisteren gelegd bij collega-winkeliers en gekeken waar zij de mosterd haalden.” Hij komt in contact met leden van ‘de schoenenclub’, een stuk of tien bevriende schoenenwinkeliers. Daar leert hij onder anderen Piet Moorman van Hermans Schoenen (Utrecht) en Jaap Houtman van Manwood (Amsterdam) kennen. “Van Bommel Schoenen is begonnen als pasvormzaak. Daar was ik mee opgegroeid en had ik verstand van. De leden van de schoenenclub hadden juist modische winkels en verkochten prachtige merken. Dat inspireerde me om ook die kant op te gaan. Jaap Houtman was in die tijd een voorbeeld voor mij. Hij introduceerde me bij merken als Paul Green en Maripé.” Lachend: “Die ik in het begin bar slecht verkocht. Ik had het roer vrij rigoureus omgegooid en had er nog geen klanten voor. Het heeft een paar jaar geduurd tot we van ‘die winkel met de grote maten’ naar ‘de winkel met die mooie schoenen’ waren gegaan. Groeien deden we altijd al, maar toen schoot de omzet pas echt omhoog.

Dodelijke aannames

Sinds 2010 heeft de ondernemer twee winkels in het centrum, een vrouwenwinkel aan de Veemarktstraat en een mannenwinkel aan de Grote Markt. Die bestaan beide uit twee geschakelde panden. Een deel van de mannenwinkel is ingericht als shop-in-shop voor de merken Van Bommel en Floris van Bommel. En bij een grootschalige verbouwing in 2017 werd de vrouwenwinkel opgesplitst in twee ‘werelden’ met elk een eigen ingang. Pand nr. 19 (modisch comfort) oogt warm en huiselijk, nr. 21 (mode) modern en luxe. “Ik wil niet tegen een klant hoeven zeggen: ‘Voor de comfortschoenen moet u daar zijn, mevrouw’”, legt Van Bommel uit. “Zulke aannames kunnen dodelijk zijn. Klanten moeten zelf kunnen aanvoelen waar ze zich prettig bij voelen. Met het nieuwe interieur kunnen we mensen zonder woorden een bepaalde kant op sturen.”

Eindelijk schuldenvrij

Aan kinderschoenen waagt Van Bommel zich niet meer. De in augustus 1989 geopende kinderschoenenwinkel ’t Bommeltje drukt indertijd zwaar op het bedrijf. “De kinderschoenen liepen niet. Wat ik met de volwassen winkel verdiende, raakte ik weer kwijt aan ‘t Bommeltje.” Daarnaast worstelt de ondernemer met de hoge schuld en dito rente die hij bij zijn ouders heeft. Via zijn schoenenclub komt hij in contact met Piet Perk van economisch adviesbureau Perk V.O.F. “Piet voorzag dat ik zonder de kinderschoenenzaak en bijbehorende voorraad direct uit de financiële problemen zou zijn. En inderdaad, zodra we ’t Bommeltje sloten (maart 1993, red.) ging het weer goed. Na enige tijd wilde de bank mijn schuld tegen een lagere rente overnemen. Het telefoontje naar mijn vader, om hem te vertellen dat het bedrag dat ik hem nog verschuldigd was op zijn rekening stond, vergeet ik nooit meer. Het heeft vijftien jaar geduurd, maar toen was ik eindelijk schuldenvrij. Sindsdien heb ik geen bank meer nodig gehad. Ik kan alles zelf betalen en heb altijd gespaard. Als ik morgen een derde vestiging wil openen, kan dat.”

Pand nr. 21 (modisch comfort)

Gouden gevel

In 2012 maakt Van Bommel Schoenen de stap naar het internet. De webshop is op dit moment goed voor 25 procent van de totale omzet. Dáár zit de groei, zegt Van Bommel. “ING voorspelde in een recente sectorprognose dat 50 procent van de schoenenverkopen in 2025 via internet gaat. Daar moeten wij in mee kunnen. Ons magazijn is enorm en wordt nog lang niet in zijn geheel benut. In maart 2018 zijn we overgestapt op een nieuw e-commerceplatform, Magento 2. Dit is een volledig nieuw systeem en efficiënter en gebruiksvriendelijker dan andere platforms. We hebben inmiddels de slag te pakken en willen echt gas gaan geven. Dit jaar willen we online met 25 procent plussen. Als ik zie hoe hard we nu gaan, neem ik aan dat we die doelstelling gaan halen.”

Schaduwzijde

Het internet biedt veel nieuwe kansen, maar Van Bommel weet dat de digitalisering van de maatschappij ook een schaduwzijde heeft. Tijdens de verbouwing van het filiaal aan de Veemarktstraat wordt ook de winkelpui aangepakt. De opvallende ‘gouden’ gevel brengt een stroom van reacties teweeg – positieve, maar ook negatieve. Kritische omwonenden stellen dat zoiets niet zou moeten mogen in een historische binnenstad. Ook de lokale media haken erop in. Van Bommel laat het er niet bij zitten en slaat terug. Hij nomineert zijn gevel voor de Blastprijs 2018, een onderscheiding voor de ‘Beste/mooiste Bredase Winkelpui’, en wint. “Van de bagger die we na de verbouwing over ons heen kregen, heb ik nooit iets begrepen. Wij waren juist zo trots op het eindresultaat.”

Stiekem blij

Zoon Axel (26) heeft zich begin deze maand bij het familiebedrijf gevoegd. “Vroeger wilde Axel kok worden”, lacht Van Bommel. “Daar was ik gelukkig mee, want dan kon ik de boel na mijn pensioen verkopen en had ik er verder geen omkijken naar. Daar ben ik wel op teruggekomen. Ik heb het nog niet met zoveel woorden tegen hem gezegd, maar stiekem ben ik heel blij met zijn beslissing. Een bedrijf leiden, is toch een beetje als het opvoeden van een kindje. Ik heb er zoveel liefde en aandacht in gestopt.”

De gouden winkelpui aan de Veemarktstraat.

Wapenfeiten

 Hein van Bommel is de achtste generatie Van Bommel in de schoenen, en de tweede generatie Van Bommel in de schoenendetailhandel. In 1981 begint hij bij Van Bommel Schoenmode in Eindhoven, de winkel van zijn vader. Vijf jaar later opent hij als zelfstandige een eigen zaak in Breda. Van Bommel Schoenen heeft tegenwoordig twee winkels (voor mannen en vrouwen) en een webshop. Het bedrijf is gespecialiseerd in kwaliteitsschoenen (van meer dan 100 merken) in het midden-hoogsegment. Er werken 30 mensen.

Dit artikel is verschenen in de rubriek ‘Profiel’ in Schoenvisie 2018-7 (31 augustus 2018).