Waarom heb je je eigen sokkenmerk opgericht?

“Ik werkte voorheen bij een groot Nederlands uitzendbureau. Daar liep ik altijd strak in pak en combineerde dat met gekleurde accessoires, waar enorm positief op gereageerd werd. Van felle sokken tot aparte dassen en een bijzondere riem. Stiekem wilde ik al heel mijn leven graag iets voor mijzelf beginnen. Ik was opzoek naar een gat in de markt, maar mijn vriendin stelde voor om iets met sokken te gaan doen. In de schoenenbranche zie je namelijk veel blauwe, zwarte en grijze sokken. Dat vind ik redelijk saai, dus dacht ik ‘waarom ook niet’. Ik kan natuurlijk aan iets bestaands mijn eigen draai geven en een bepaalde relatie bieden aan mijn klanten, waardoor ik toch onderscheidend ben. Ik begon zes jaar geleden begonnen met het importeren van stropdassen, riemen en sokken, maar heb 2,5 jaar geleden de focus gelegd op alleen sokken onder de naam Carlo Lanza.”

Je had dus totaal geen ervaring in de modebranche?

“Nee, ik heb wel Detailhandel Mode gestudeerd, maar daar ben ik na mijn afstuderen nooit in doorgegaan. Ik had dus ook totaal geen netwerk in de modebranche, wat betekende dat ik alle winkels stuk voor stuk moest bellen. Van de honderd winkels die ik aan de lijn had, wilden maar vier á vijf een afspraken maken. Dat was wel even lastig, maar het is me wel gelukt.”

Hoe ben je te werk gegaan, nadat je had besloten een sokkenmerk op te richten?

“Ik ben eerst gaan bedenken hoe ik mijn merk zou noemen. Daarvoor ben ik geholpen door een bureau en zij zeiden dat mijn eigen naam zo goed is dat ik dat het beste kan gebruiken. Dat is spannend, want je wordt zelf het merk.”

“Daarna ben ik opzoek gegaan naar een fabriek in Italië, want daar liggen ook mijn roots. Ik heb van mijn spaargeld een eerste collectie ingekocht en zo ben ik heel klein begonnen. De fabriek maakte al sokken, maar ik heb zelf een mix van stoffen laten samenstellen, zodat de sok zacht is, maar ook lang mee gaat. Ook heb ik ze hoger laten maken, omdat Nederlanders natuurlijk wat langer zijn.”

Waar heb je al die kennis voor sokken opgedaan?

“Ik heb mij de afgelopen zes jaar ondergedompeld in de wereld van sokken. Ik weet wat ik prettig vind zitten en van daaruit heb ik samples laten maken. Deze heb ik laten testen door vrienden en klanten met hun kritiek de sok weer aangepast. Juist klanten durven extra kritisch te zijn en zo kom je in mijn optiek tot een goed product.”

Wat maakt Carlo Lanza speciaal?

“De volledige sok wordt authentiek in Italië gemaakt, waardoor er een heel stuk ambacht en kwaliteit aan vastzit. Het is een luxe sok die zowel ademend als sterk is en dat is iets dat de Nederlandse markt wel kan gebruiken. In de meeste sokken zit te veel katoen of te weinig nylon, waardoor ze snel slijten. Die van mij hebben niet te veel nylon, zodat je geen zweetvoeten krijgt, maar wel genoeg om lang mee te gaan.”

“Daarnaast zorg ik voor persoonlijk contact met mijn klanten en kunnen ze bij mij terecht voor speciale samenwerkingen. Zo hoeft er bij mij niet heel groot ingekocht te worden en kunnen klanten ook hun eigen patroon ontwikkelen. Ik maak ook private label collecties.”

Heb je een standaard collectie of komen er ook steeds nieuwe prints bij?

“Ik werk nu met twee modellen in verschillende kleuren: één van wol en één van katoen. Die liggen het hele jaar door op voorraad. Ik ben nu bezig om naast die standaard collectie ook met prints te gaan werken, zodat er ook een zomer- en een wintercollectie komt. Bij de eerste collectie met nieuwe prints zit ik nu in de eindfase van het ontwerpen. De samples worden nu gemaakt en ze zijn vanaf voorjaar/zomer 2019 verkrijgbaar.”

Hoe gaat het nu met Carlo Lanza?

“In 2,5 jaar tijd ben ik zo ver gekomen dat ik benaderd wordt door andere bedrijven met de vraag of zij mijn sokken kunnen inkopen. Vorig jaar heb ik de knoop doorgehakt om mijn werk op te zeggen en me volledig te focussen op Carlo Lanza. Ik had toen zestig verkooppunten, wat bij lange na niet genoeg was om van te kunnen leven. Maar met een eigen sokkenmerk én nog eens drie dagen ander werk en twee kinderen, werd het me gewoon te veel. Ik wilde mijn eigen bedrijf opbouwen. Uiteindelijk was het een goede keuze, want in één jaar is het aantal verkooppunten verdubbeld.”

Hoe zie je de toekomst van het merk?

“Je kan wel steeds verder groeien, maar in mijn ogen is het op een gegeven moment wel genoeg. Mijn plan is om te groeien naar zo’n 150 tot 200 verkooppunten in Nederland en het daarbij te houden. Ik wil het contact met mijn klanten persoonlijk houden en daarom wil ik ook niet zo groot worden dat ik met agenten moet werken. Ik kijk wel naar België en Duitsland, maar meer dan dat staat niet op de planning.”