TOP

Belgische onderneemster zet visleer op de kaart

De Belgische Stephanie Maes heeft een missie – visleer onder de aandacht brengen, als milieuvriendelijk initiatief voor ‘gewoon’ leer. Daarvoor werkt de onderneemster samen met een visleerlooier en verschillende designers.

Twee ton. Dat is de hoeveelheid vissenhuiden die in de periode 2013-2016 door het Franse bedrijf Fémer werd opgehaald en gelooid. Oprichtster Marielle Philip leerde in Lapland hoe ze vissenhuiden moet looien, en ontwikkelde zelf een methode om dat 100% ecologisch te doen, zonder gebruik van chroom of andere chemicaliën. Vissenhuid wordt door de industrie als afvalproduct gezien, slechts een klein deel van de huiden wordt gerecycled. Fémer is gevestigd in Le bassin d’Arcachon, een baai ten westen van Bordeaux. Tien lokale (vis)groothandels zijn maar wat blij met Philips initiatief – normaal moeten ze betalen om hun afval op te laten halen, terwijl Philip dit gratis doet.

Visleer is dunner dan kalfs- of koeienleer, maar door de vezelstructuur sterker dan iedere andere leersoort. De huiden worden schoongemaakt, het vlees en de schubben verwijderd. Na het looien worden de huiden handmatig versoepeld en ingekleurd. En nee, er zit geen luchtje aan – de geur verdwijnt tijdens het proces.

Toegevoegde waarde

De Belgische onderneemster Stephanie Maes vertegenwoordigt de Franse leerlooierij met haar bedrijf Vitamin Sea. Maes werkt al zes jaar in de visserijsector en stoort zich aan het feit dat veel Noordzeevis door externe partijen wordt opgekocht en naar het buitenland verdwijnt. “De Vlaamse vangst wordt grotendeels in het buitenland verwerkt. Zo creëren we als sector weinig toegevoegde waarde voor de Belgische economie. Ik wilde in mijn eigen land op zoek naar toepassingen en nichemarkten.”

In eerste instantie wilde Maes een soortgelijke onderneming als Fémer opzetten. “Marielle gebruikt de huid van ‘lokale’ vissen als tong, rog en zeebaars. Dat sprak me erg aan. In België missen we echter de kennis om visleer honderd procent ecologisch te looien, kennis die Fémer wel heeft. Daarop besloot ik het over een andere boeg te gooien, en Fémer in plaats daarvan te helpen de Belgische markt te betreden.”

 

Ontwerp Natalie van Lijsebettens

Duurzamer alternatief

Dat doet ze door mode- en schoenontwerpsters te benaderen en te stimuleren met het materiaal aan de slag te gaan. Schoenmaakster Natalie van Lijsebettens van het Antwerpse atelier Collectif d’Anvers is de eerste. Van Lijsebettens maakt schoenen op maat. “Mijn klanten vragen vaak om krokodillen- of slangenleer”, licht ze toe. “Ik was al een tijdje op zoek naar een duurzamer en ethischer alternatief.” Het geschubte visleder heeft dezelfde uiterlijke kenmerken. Van Lijsebettens: “Als ontwerper moet je het publiek toch een beetje opvoeden.”

Benieuwd hoe andere schoenmakers visleer gebruiken? Dit voorjaar lanceerde het Deense merk Woden een sneakerlijn met zalmhuid.

De ontwerpster was haar eerste schoen van visleer – een funky blauwe cowboylaars – direct kwijt aan een klant uit Los Angeles. Nu werkt ze aan een volledige wintercollectie voor 2017. Nadeel is wel dat werken met visleder erg arbeidsintensief is. Een paar schoenen kost de ontwerpster vijf vissen à €24 per stuk, en twee dagen werk. “De huiden zijn vrij klein, ze moeten als een puzzel naast elkaar gelegd en gestikt worden.” Haar creaties zijn dan ook niet goedkoop, zo rond de achthonderd euro.

Terug naar België

Qua prijs kan visleder nog niet concurreren met regulier leer, beaamt Maes. “We zitten ver boven de marktprijs van andere ledersoorten. Dat komt omdat de huiden handmatig worden gelooid. Als de vraag stijgt, zal ook de productie stijgen en kunnen we bepaalde onderdelen van het proces wellicht gaan automatiseren.” Haar ambitie? “Het zou mooi zijn als Fémer afval van de Belgische industrie verwerkt en daarna als visleer weer terug op de Belgische markt brengt. Dat is de cirkel rond.”

Foto: Collectif d’Anvers