TOP

Anderhalve meter op een paar vierkante meter, hoe dan?

De verlenging van de coronamaatregelen verplicht mode- en schoenenwinkeliers om nog langer anderhalve meter afstand te garanderen. Kun je dat ook als je een kleine winkel hebt? “Het is behelpen.”

Haastje repje in Haarlem is een piepklein vrouwenmodewinkeltje in het centrum van de stad. Met een oppervlakte van achttien vierkante meter is de winkel van Esther Tromp op een gewone dag al snel vol, laat staan in het ‘nieuwe normaal’ waarin anderhalve meter afstand moet worden gehouden. “Ik laat één klant per keer in de winkel”, vertelt ze. “Om veiligheid te garanderen heb ik nu een scherm hangen bij de kassa, desinfecterende gel staan, laat ik mensen pinnen met een wattenstaafje en maak alles schoon na gebruik.” Tot twee weken geleden was de winkel dicht, maar om toch geld te verdienen, kunnen klanten van woensdag tot en met zaterdag komen shoppen.

Extra zuur

Al die verplichte maatregelen ten spijt, het blijft stil in Tromps winkel. Evenals in veel grote steden, lopen er weinig shoppers door het hart van Haarlem. De ondernemer mist, net als veel bedrijven in de mode- en schoenenbranche, wekelijks behoorlijk veel inkomsten. “In totaal heb ik al 35.000 euro minder omgezet sinds het begin van de coronacrisis. Mensen zijn niet bezig met kleding. En het gebeurt ook dat mensen een uur in de winkel zijn, maar dan niet slagen. Of ze kopen nu een T-shirtje of een blousje, niet én én. Dat is demotiverend. Het is heel zuur, voor iedereen. Extra zuur is dat ik in augustus zou stoppen, ik word dit jaar 67. Mijn pensioen zit in die winkel, dat raak ik gewoon kwijt. Ik denk dat ik met een enorme verliespost die winkel moet sluiten. Maar ik heb wel iedereen betaald en neem niemand mee in die teloorgang. Ik had er zo’n zin in, mijn laatste seizoen. Dan eindig je zo.”

‘Ik laat één klant per keer in de winkel’

Esther Tromp, eigenaar Haastje repje

Spagaat

De situatie van Haastje repje maakt duidelijk hoe hard winkeliers worden getroffen, maar ook in welke spagaat de klein behuisde mode- en schoenenondernemers zitten. De zaak dichthouden kost geld, maar opengaan zet niet veel zoden aan de dijk in een zaak kleiner dan 100 vierkante meter. Van dat soort kleine winkels zijn er in Nederland aardig wat, blijkt uit cijfers van Locatus. Van de bijna 18.000 mode- en schoenenwinkels in ons land werken er iets meer dan 7.500 op minder dan 100 vierkante meter. Splitsen we die cijfers op naar oppervlakte boven en onder de 50 vierkante meter en naar branche, dan zien we 1.730 kledingwinkels kleiner dan 50 vierkante meter en 4.684 tussen 50 vierkante meter en 100 vierkante meter. In de schoenenbranche zijn dat respectievelijk 302 en 787 zaken.

Looproute

Vrouwenmodewinkel Sorella in Dokkum kan ook niet veel mensen over de vloer hebben in de 60 vierkante meter grote zaak. “Als hier vier klanten binnen zijn, is het al vol. Wij kunnen ook niet meer dan twee klanten hebben om anderhalve meter afstand te kunnen garanderen”, vertelt mede-eigenaar Marlotte Kooyenga. Momenteel is de winkel dicht vanwege een verbouwing. Nu ontvangen ze klanten op afspraak en bezorgen ze kleding in de stad. Als de winkel mogelijk volgende week opent, zorgen ze naast de gebruikelijke hygiënevoorschriften voor duidelijke regels. “We creëren een looproute en geven met strepen op de vloer aan wat anderhalve meter is. Mensen die kleding willen passen, krijgen het mee op een rek. Na het passen maken we het rek en de hangers schoon. De kleding laten we daarop hangen tot de volgende dag voordat we het opruimen. We plaatsen geen plexiglas bij de kassa, want onze nieuwe balie is drie meter lang, daarmee kun je klant op afstand houden door elk op de kopse kant te gaan staan.”

Lees ook: Shoppen in een anderhalvemetersamenleving, hoe ziet dat eruit?

Specifiek assortiment

Paul te Grotenhuis van brancheorganisatie Inretail realiseert zich dat die anderhalvemetereconomie voor de kleine winkel lastig is, maar wijst erop dat het nog altijd mogelijk is om klanten te ontvangen met het protocol Veilig Winkelen. “In onze branche is het vertaald naar één persoon per tien vierkante meter als je winkel kleiner is dan 1.000 vierkante meter. Dan is het met een winkel van 60 vierkante meter nog altijd mogelijk om zes klanten in je winkel te hebben. En kleine winkels voeren vaak een specifiek assortiment met klanten die gericht komen kopen, dus wat dat betreft hoeven ze zicht niet extreem veel zorgen te maken over het aantal klanten dat in de winkel past. Ik denk dat het wel los zal lopen.” Maar, zo benadrukt Te Grotenhuis, voorlopig is het devies: blijf thuis en kom zoveel mogelijk alleen naar de winkel.

Schuiven

Hoewel ruimte beperkt is in kleine winkels, zijn er volgens interieurspecialisten toch mogelijkheden om extra ruimte te creëren. Zowel fysiek als online. In het eerste geval betekent dat schuiven, zegt winkelinterieurspecialist Elize van Rietschoten. “Ik zou middenpresentaties zoveel mogelijk verplaatsen naar de wanden of verwijderen. Daarmee creëer je meer winkeloppervlakte, en dus meer ruimte voor je klant. Dit blijft natuurlijk lastig want je wil graag je collectie de ruimte geven. Laat daarom je klant zo min mogelijk door je winkel dwarrelen, maar gericht kijken.” Hierbij werkt een persoonlijke begeleiding volgens haar het best. “Zet een verkoopmedewerker bij je entree die overzicht houdt en fungeert als gastvrouw of -man. Die kan de klant naar een collega verwijzen die vervolgens de klant de collectie laat zien.”

‘Probeer meer winkeloppervlakte te creëren, dus meer ruimte voor je klant’

Elize van Rietschoten, interieurspecialist Van Rietschoten Design

Complete set

Ramon Veelo, creatief directeur bij retaildesignbureau Binnenbrand, adviseert winkeliers om collecties zo te presenteren dat klanten items op afstand kunnen beoordelen. “Je moet voorkomen dat mensen teveel met hun handen door de rekken gaan of te dicht bij elkaar komen op smalle stukken. In plaats van de artikelen schouder aan schouder aan een kledingrek te hangen, maak je nu beter sets op frontpresentaties. Gebruik bustes en hangers die je aan de wand bevestigd, zodat de klant een complete set in één opslag ziet.”

Kans voor omnichannel

Buiten deze praktische oplossingen denkt Veelo dat het nu meer dan ooit dé tijd is om online aanwezig te zijn. Dat is de tweede manier om ruimte te creëren: online in je onderneming integreren. Juist klein behuisde kleding- en schoenenwinkeliers kunnen nu de rollen omdraaien: van fysieke winkel met een webshop naar online shop met een fysieke plek in de winkelstraat. Veelo: “Via social media is de klant online dichterbij dan ooit. Maak daar gebruik van door ervoor te zorgen dat mensen die naar je winkel komen al weten wat je hebt zodat ze gericht komen kopen. Probeer het principe van fysiek winkelen los te laten en ga omnichannel ondernemen. Daar ligt een enorme kans.”

‘Van een fysieke winkel met webshop, naar een webshop met fysieke locatie’

Ramon Veelo, creatief directeur Binnenbrand

‘Valt niet tegen’

Dat is precies de reden dat Groninger mannenmodewinkel Cleding Raad – ‘80 vierkante meter, dat is behelpen’ – ‘als de sodemieter’ een webshop heeft gelanceerd. “De online verkoop valt me niet tegen”, zegt eigenaar Clement Popma. “Mensen zien een item online en komen er vervolgens voor naar de winkel. Daar zitten ook klanten tussen die ik nog niet in de winkel heb gezien. Dat stimuleert wel.” Klanten die naar Cleding Raad komen, moeten wel de handen desinfecteren en even buiten op het bankje wachten als er drie man in de zaak staan. Popma redt het voorlopig nog: “Als ik naar afgelopen twee weken kijk, was het niet slecht. Ja, die funshopper mis je en dat is toch zo’n 60 procent van mijn omzet. Ik haal lang de omzetten niet die ik normaal neerzet, maar elk tientje is meegenomen.”

Foto: Clark Street Mercantile via Unsplash